•' *N$.
%m * m
4p
JOHN CARTER BROWN
LI BRARY
Purchased from the
Trust Fund of
Lathrop Colgate Harper
LITT. D.
-- ï
SURINAME,
I
|
>
f
IN DESZELFS TEGENWOORDIGE N TOESTAND.
.. v. . v
•\.A- > ,v **
l; "
■ '■■. ' . . A
• ;•■• : . . . V - • • - .
• . ’ ‘ .
“> i' • ^
■
IN D E S Z E L P S
TE GEN WO OH I) ï GE N TOE S TAN».
I) O O R
EENEN INWONER ALDAAR
BIJ
A M S T E R D A M ,
C. G. S TT L P K E .
mn c c c xx in.
_
V r /■-* • ■ • :
M'i: . rjmi»:-.
Blad*;
Voorrede* . . . . v*
ï. Aardrijkskundige ligging. Grenzen.
L ‘wieren. Gesteldheid aan het land in
het algemeen. Oaerzigt aan de ge~
schiedenis der Kolonie. ......... i.
II. Jaargetijden. Klimaat* Luchtgesteld¬
heid. Ge zondheidsr egels . i6.
III. Legering. Legt spie ging. TV eeskamer.
Belastingen . . . . . • • • *7-
IV. Artikels aan inaoer. Lollen. Koop¬
handel ............ ....... 33.
V. Producten der Kolonie. Uitaoer en
Tollen daaraan. Geldmiddelen .... 5 o.
IV I N H O U D.
BJarlz.
VI. Paramaribo. JV onineen en tuinen.
O
Gasthuizen en andere Gestichten voor
kr anken. Bevolking . Beschaving. Scho¬
len. Toestand der wetenschappen.
Nijverheid der Kolonie . 5y.
VII. Herbergen. Gastvrijheid. Over den
goeden toon in de beschaafde gezelschap¬
pen. Sociëteiten. Openbare vermake¬
lijkheden. Leefwijs. Keuken. Be¬
diening. Kleederdrqgt . Talen. Be¬
merkingen voor D uitschors , die naar
Suriname willen reizen . y 5.
VIII. Een uit stap naar het land . 92.
\
VOOR-
VOORREDE.
W ie Suriname wil leeren kennen ten aan¬
zien yan deszelfs geschiedenis , natuurlijke
historie en landhuishoudkunde, dien verwijs
ik naar de volgende schriften :
J. J. Hartslnk. Beschrijving van Guyana
enz* Amsterdam, 1770. 2 deelen , 4°*
>
Surinaamsche Almanak voor de jaren 1820
en 1821. Amsterdam bij c. o. sulpke,
2 jaargangen , 8° met kaarten.
* 3
P.
VI
VOORREDE,
i
)
P. Fermin. Nieuwe algemeene beschrijving
der Kolonie Suriname enz. Amsterd. 1770.
2 deelen,
Ant. Bloem. De Landbouw van Suriname ,
enz. Amsterd, 1786. ëe'n deel, in 8°.
die hem wel niet volkomen zullen bevredigen ,
maar waarin hij veel tot opheldering van al¬
les zal vinden.
Dewijl men thans zoo veel naar Amerika reist
en daarvan zulke kostbare reisbeschrijvingen
uitkomen , zoo ware het te wenschen , dat
Suriname , hoewel eene kleine landstreek , ja
slechts een punt in vergelijking met de uit-
gestrekte Spaansche en Portugesclie bezittingen
op het vaste land van dat werelddeel, ook
eenmaal zijnen humbold mogte vinden. De
rijkdom der Kolonie aan allerlei dieren en
planten; de ongemeene vruchtbaarheid van haren
grond; hare geschiktheid voor den landbouw;
en
voorrede.
IT
en eindelijk hare commerciële betrekkingen m^t
Europa , moeten de opmerkzaamheid van ieder
beschaafd man tot zich trekken.
De gemakkelijkheid en veiligheid, waarmede
de reiziger dit land , niet alleen zoo verre de
plantaadjen strekken , maar zelfs tot in de dor¬
pen der Indianen en Boschnegcrs, bezoeken
kan , zijn voordeelen , welke hij niet overal in
die mate zal aantreffen , en die hem bij zeer
geringe' kosten, in korter tijd en met minder
gevaren , eenen rijkeren buit beloven , dan het
zoo veel bereisde en beschrevene Brazilië tot
heden toe nog heeft opgeleverd.
Inderdaad , zoo lang de Regering van het
Moederland zulk eene onderneming niet zelve
zal doen of krachtdadig ondersteunen , zal
deze wensch wel onvervuld blijven , omdat
diegenen , welke Suriname als planters , amb¬
tenaars of kooplieden eenen tijd lang bewo¬
nen , te veel met zich zelve en hunne bezig¬
heden te doen hebben , ook zelden of ooit
* 4 me t
v
VIII
VOORREDE.
. : ?~
■ -ifj - i •
• ff*
ïT7*m&
met de noodige wetenschappen en hulpmidde¬
len toegerust zijn , dan dat zij zich met een
gelukkig gevolg aan eene beschrijving, die
een grondig onderzoek en al het wetenswaar¬
dige van het land bevatte , zouden kunnen
toewijden ; hetgeen ook de taak van een éenig
mensch niet zijn kan, maar waartoe , zal er
iets deugdelijks geleverd worden, eene vereeni-
ging van in kunsten en wetenschappen ervaren
mannen vereischt wordt.
Totdat het intusschen eenmaal daartoe mo^t
o
komen , zoude men zich met eene minder uit¬
voerige en geleerde, maar vooral met eene
minder kostbare schets van den tegenwoordigen
toestand dier Kolonie tevreden kunnen stel¬
len; inzonderheid omdat diegenen, welke de¬
zelve het meest van nooden hebben , zelden
in de gelegenheid zijn , om groote sommen
voor boeken uit te geven. Zij , die met
Suriname in eenige betrekking staan, heb¬
ben reeds lang naar zulk eene schets^Ver-
langd ,
voorrede.
IX
langd , welke inderdaad eene wezenlijke be¬
hoefte is voor hem , die door omstandigheden
y
genoodzaakt is, of uit vrije keus besloten heeft,
zelf daarheen te reizen. Ik weet dit bij
eigene ondervinding. Hoe gaarne hadde ik
mijnen laatsten dukaat uitgegeven voor een
boek , ja voor de loutere lecture van hetzelve ,
om mijne nieuwsgierigheid te bevredigen; maar
ik vond zoodanig een niet. — Men beval mij
het werk van hartsink aan , alsmede de reizen
van stedman naar Suriname.
Alhoewel het eerste reeds 55 jaren oud ,
en door eenen man geschreven is , die Suri¬
name nooit gezien had , zoo blijft het toch ten
aanzien van deszelfs geschiedenis steeds het
beste werk , dat tot heden toe hierover ver¬
schenen is ; terwijl de reisbeschrijving van
stedman niet dan een hutspot zijner liefdege¬
schiedenis, krijgsavonturen en twisten met zij¬
nen kolonel fourgeoud , wiens expeditie tegen
de Boschnegers hij in het jaar 1772 — 1775
* 5 bij-
»
i'j
i'
bijwoonde, oplevert. Al deze, na verloop
van 5o jaren , weinig belangrijke intrigues en
anekdoten zijn met wijdloopige beschrijvingen
en afbeeldingen van plantaadjen en dieren ,
planten en suikermolens, negers en de wreede
werktuigen , waarmede zij gepijnigd werden ,
doorvlochten.
Doch veel is daarvan volkomen onwaar,
het meeste verminkt en vreesselijk overdreven;
zoodat men dit boek bijna voor eenen roman
kan houden , maar niet als een waar tafereel
van den toenmaligen toestand van Suriname
aanbevelen.
Eenige nieuwere Engelsche , Fransche en
zelfs Hollandsche schriften over dit onderwerp
stellen ons even min tevreden ; deels wegens
de onbekendheid van den schrijver met de
plaatselijke gesteldheid der Kolonie; deels ook
wegens de in de laatste tien jaren plaats ge¬
had hebbende veranderingen in zoo vele
dingen.
Doch
- *w
VOORREDE. M
Doch alles, wat ik in de meeste reisbeschrij¬
vingen en aardrijkskundige handboeken , na¬
melijk in de veel gelezene werken van zimmer-
zvjan en in de Géographie universelle van
malte-bmjn, met betrekking tot Suriname ge¬
lezen heb , is woordelijk uit stedman overge¬
schreven. Waarlijk, men zou toch in onze
dagen van zulke beroemde en dure werken
mogen verwachten , dat zij den kooper of lezer
iets nieuws en beters mede te dcelen hadden,
dan de zoo dikwijls opgewarmde vertelsels van
stedman !
Dij dit gebrek aan naauwkeurige berigten
over den toenmaligen toestand van zaken in
Suriname , is het in het oog loopend , dat van
al de Europeanen , die deze Kolonie langeren
lijd bewoond en in onze dagen verlaten heb¬
ben , het nog niemand der moeite waardig
■/
gekeurd heeft, iets daarover in het licht te
geven , niettegenstaande er onder diegenen ,
welke sedert 1817 terug gekeerd zijn, menig
1)C '
4
>4
i
VOORREDE.
XII
lx schaafd cn wel onderwezen man gevonden
werd.
Hieruit laat zich ook gedeeltelijk het -- zon¬
derling verschijnsel verklaren , dat men zelfs
in Holland, het Moederland der Kolonie, niets
bepaalds of bevredigends daarover kan verne¬
men, ofschoon men met reden zou mossen
Ö
vooronderstellen , dat er aldaar , bij de menig¬
vuldige betrekkingen en verbindtenissen met
dat Land , lieden genoeg zouden moeten gevon¬
den worden , die er eene naauwkeurige kennis
van hebben. Doch deze bronnen zijn voor de
vreemdelingen gesloten. — Men zwijgt mis¬
schien uit vrees van zich te benadeelen , en
laat het aan een ieder over, om hetgene hij
verlangt te weten op de plaats zelve te onder¬
zoeken. Alles, wat men daarover verneemt,
is gewoonlijk in het goede zoo wel als in het
kwade óverdreven; men hoort altijd de tegen-
strijdigste berigten. Terwijl het de eene, wien
het daar goed ging, als een aardsch paradijs
schil-
Voorrede. xm
schildert, en dagelijks daarnaar terug verlangt,
wordt liet door anderen als een hoogst onge¬
zond en onaangenaam verblijf, als een ver-
schroeid Siberië, uitgekreten! Doch dit alles is
overdreven. Het is noch het een noch het
ander; maar heeft zoo als ieder land, ja zoo
als alle dingen in de wereld, zijne voor- en
nadeelen , en de waarheid ligt ook hier , zoo
als bijna altijd , in liet midden.
Want indien Suriname wezenlijk een Eden
was, zoo zoude het, bij de thans in Europa
plaatsgrijpende zucht tot landverhuizing, wel¬
dra door emigranten van dien aard overstroomd
zijn; indien het daarentegen den Europeschen
bewoner geene genoegelijkheden des levens
aanbood, zoo zou het niet ligt, hetgeen toch
dikwijls genoeg geschiedt, door onafhanke¬
lijke personen, ja familiën , tot een levens¬
lang verblijf gekozen worden.
*
De schrijver van dit werkje heeft aldaar
ver-
J
VOORREDE.
>
verscheidene jaren geleefd; hem is veel goeds
en kwaads bejegend; hij is getuige geweest
van belangrijke gebeurtenissen.
Hij kwam in zijne betrekking bijna met alle
klassen der inwoners aldaar in aanraking, en
verkeerde met eenige voorname mannen, die
op een standpunt geplaatst waren, van waar
zij alles beter konden overzien en beoordeelen;
aan hen is hij menig onderrigt omtrent het
verledene , menige opheldering over het te¬
genwoordige verschuldigd. Het meeste einde¬
lijk heeft hij zelf waargenomen. — Hij wil
zich geenszins aanmatigen, om de volgende
beschouwingen en bemerkingen zijnen lezeren
als iets van een uitstekend belang aan te bie¬
den , of als een schrift, geschikt, om de ga¬
pingen aan te vullen : hij verzoekt slechts
deze regels blootelijk voor datgene te nemen ,
wat zij zijn moeten, namelijk: verspreide bij¬
dragen tot de kennis van den tegenwoordigen
toe-
toestand der Kolonie en der maatschappelijke
betrekkingen van de aldaar levende Europe¬
anen. Men verwachte derhalve van hem geene
vertelling van avonturen en anecdoten , van
welken aard ook ; zoo min als eene beschrij¬
ving van den landbouw, van het dieren- en
plantenrijk. Hij zoude daarover niets gron¬
digs kunnen zeggen , omdat hij noch planter
noch natuuronderzoeker is, en in het algemeen
gedurende zijn verblijf aldaar slechts weinige
weken als gast op plantaadjen doorbragt.
Hij heeft derhalve alleen getracht, aan zoo¬
danige lieden, die zich derwaarts willen bege¬
ven, een eenigermate duidelijker denkbeeld
van datgene te geven, wat zij aldaar te vin¬
den, te verwachten hebben; hun in het voor-
\ '
bijgaan nuttige wenken te geven, ten einde
hen voor vele dingen te waarschuwen ; en
aan anderen, die met Suriname in betrekking
slaan, met den toestand en zamenhang van
den
XVI
VOO
i-
R R E D E.
<len loop der werkzaamheden eenigzlns -nader
bekend te maken. Uit dit oogpunt verzoekt
de schrijver deze welmeenende regelen te be¬
schouwen en met toegevendheid te willen be-
oordeelen.
Geschreven in Fehruarij 1823.
!
I.
A aardrijkskundige ligging. Grenzen . Rivieren .
Gesteldheid van het land in het algemeen •
Militair Cordon . Boschnegers. Indianen .
Bevolking. Overzigt van de geschiedenis
der Kolonie .
De Kolonie Suriname ligt in liet noordelijk ge¬
deelte van Zuid- Amerika , op de kust van Guiana ,
op oude kaarten en bij oudere schrijvers de
IKilde Kust genaamd • tusschen den 4en en 6ea
graad noorderbreedte en 55° 5o' en 5y° 10 1 wester¬
lengte van Greenwich,
Ten noorden wordt zij in hare gansche lengte
door den Atlantischen Oceaan bespoeld, Ten oos¬
ten wordt zij door de Maroni of Marowijn-rivier
van bet Fransclie Guiana of het gouvernement
Cayenne $ ten westen door de C o r r an tij n- ri vier van
de thans aan Groot-Brittannië behoorende Kolonie
Berbice , gescheiden 5 ten zuiden verliest zij zich
in onbegrensde wildernissen.
Behalve de beide groote rivieren , welke hare
oostelijke en westelijke grenzen uitmaken, wordt zij
door vijf voorname rivieren, namelijk; de Suriname
A (waar-
( 2 )
(waarvan zij haren naam ontleent), de Commewijne ,
de Saramacca , de Copename en de Nikeri , alsmede
door een aantal kleinere , aldaar Kreken genaamd ,
en door onderscheidene kanalen doorsneden ; zoodat
deze landstreek rijk is aan verschillende wateren.
De grond is tot op omtrent 8 uren binnenwaarts
vlak en door aanslijking van de zee gevormd; ook
zijn er langs de geheele kust , tot op eenen verren
afstand van dezelve , groote modderb anken , waar¬
door het vaste land binnen eenige eeuwen insge¬
lijks in grond zal winnen. Verder landwaarts in
wordt de grond vaster en allengskens iets hooger.
Men vindt steenen, stukken van rotsen, kleine
hoogten, en dit schijnt de eigenlijke vaste kust ge¬
weest te zijn. Ten zuidoosten van de rivier de
Suriname ziet men hoog land ; het voorgebergte
der dieper landwaarts in liggende hoogere geberg¬
ten, waaruit de groote rivieren der Kolonie haren
oorsprong nemen.
Het land is overal ongemeen vruchtbaar en levert
alles overvloedig op, wat die hemelstreek slechts
voortbrengen kan.
Aan de zeekusten komen clc boomwol-plantingen
het beste voort; de koffijboom wil vette tuinaarde,
die op eenigen afstand van de kusten in overvloed
gevonden wordt ; het suikerriet gedijt overal.
De bosschen, waarmede het gansche onbebouwde
gedeelte des lands bedekt is, leveren de menigvul-
digste , somwijlen zeer harde en kostbare houtsoorten
op>
I '
Jf
IL.
( 8 )
op, waarvan wij slechts het zoogenaamde letterbont
noemen , hetwelk op eene donker roode vlakte
zwarte aderen , in de gedaante van letters , vertoont.
Zeer dikke cederhoomen worden er in menigte
gevonden. Men vindt er onder anderen den tama¬
rinden- tonka- rocou- copal- en copaivaboom ; de
Vanille-rank , verscheidene soorten van koortsbast ,
alsmede eene ontelbare menigte geneeskundige plan¬
ten ; van al hetwelk nogtans voor den handel geen
gebruik wordt gemaakt. — Slechts eenig hout ,
dat men voor het bouwen noodig heeft, trekt men
uit deze onmetelijke bosschen , die met eene onge¬
loofelijke menigte viervoetige dieren , waaronder
veel smakelijk wild , alsmede met vogels van dé
zeldzaamste soort, vervuld zijn.
De zee en de rivieren wemelen insgelijks van
tweeslachtige dieren , van schelpdieren en visschen.
Plet heer van insekten is niet minder talrijk. — In
het algemeen is Suriname aan voorwerpen in het
dieren- en plantenrijk , maar inzonderheid aan
schoone vogels en kapellen , bij uitnemendheid rijk ,
en biedt in alle opzigten den natuuronderzoeker
eene onuitputtelijke mijn aan.
De meeste plantaadjen liggen aan de oevers der
kreken of rivieren , vele ook aan de zeekusten ;
zoodat men op allen te water komen kan. De
afgelegenste bezitting landwaarts in kan men op
3 o uren afstands van de stad rekenen; terwijl
daarentegen de aan de zeekust tot het district
A 2 Ni-
( < )
Nilim bekooremle j>lan,„Jjen ,
zoo ver van p »i ^ eenmaal
00 ver van Paramaribo verwijderd zijn.
Aan de westelijke punt van het Schiereiland
hetwelk door den Oceaan en den m 7 7
post Samjmm, 5o» N. * «. , X Tt
“f1:: r ■**-■ *
, , r , IOo-*'r op. ter linkerhand ,
7 he‘ *>“ > •« teperW P.^
Z 7 7, 1 lmnkr h «**• «p *«T„i
lêt ’7L ” i!,me",Ioeijine der Connnewijne
met de Suriname gemaakt wordt, ligt de frak
dlreSertlShgeI>0UWCle f0rtemse Nie«W-Amster-
"o tot Ir W Vaart me“ eene schoone
t0t 40 mnnucn hreede rivier, welker altiid
groene oevers, ter regter- en ter linkerhand , Let
aanzien ij e plantaadje-gebouwen versierd zijn , in
arkoLTndeTchepen he ^ ^ de
”abo Wt me“ Zich °P ^ reede van kraml-
afdlel- SanSCh!, K°l0nie b6Staat in 11 districten of
mgen die op eenen militairen voet zijn in-
gengt ; ieder derzelve heeft twee Raden van Policie
als geregtelijke Borgen of Re-erincc C • .
(Heemraden); doch het distrikt Nikerie, zeer verre
van e stad afliggende , heeft eenen aldaar bestendig
redderenden Regeringsbeambte (Landdrost).
oor de aanvallen der thans sedert langen tijd
met
♦ X
L . x
( 5 )
met de Kolonie in vrede levende Boschnegers is
deze door een militair cordon , dat zich van de
Saramacca- rivier tot aan den oever der Marowijne
uitstrekt , beveiligd. De dorpen der Boschnegers ,
die niet zonder voorkennis der Regering van woon¬
plaats veranderen mogen , bevinden zich voor het
grootste gedeelte tusschen de Saramacca en de Su¬
riname en tusschen de laatstgenoemde en de Maro-
wijne-rivier ; altijd ten minste eene dagreis van de
naaste plantaadje verwijderd.
Zij worden in drie verschillende natiën of stam¬
men verdeeld , welke in eene soort van gemeene—
best-regering leven, namelijk: in de Aucaners,
Saramaccaners en Becoese-negers.
De opperhoofden, die zij telkens hebben, moe¬
ten aan de Regering bekend zijn , die bij ieder
dezer natiën eenen resident heeft; waartegen van
hunne zijde eenigen als gijzelaars in Paramaribo
moeten wonen. Zij worden als vrije lieden aange¬
zien , en ontvangen jaarlijks geschenken, bestaande
in krijgsvoorraad, mondbehoeften en kleedingstuk-
ken, enz.; ook ontvangen zij premiegelden voor het
terugbrengen van weggeloopene slaven.
Hun getal is niet te bepalen ; doch het is , in
vergelijking van vroegere tijden , merkelijk vermin¬
derd. Dewijl zij zich ook meer en meer verzwak¬
ken , zich aan de behoeften der steden gewennen ,
en dc melaatschheid {lepra Arabuin) vreesselijke
A 5 ver-
I
( 6 )
verwoestingen onder hen zal aanrigten, zoo heeft
men, inzonderheid bij de tegenwoordige veel beter
ingerigte middelen van verdediging , Gp verre na
zoo veel van hen niet te vreezen als eertijds , toen
zij de geduchts te vijanden der Kolonie waren.
Eenigen leveren timmerhout aan de plantaadjen ;
ook komen zij dikwijls bij twintigen , bij dertigen
in de stad , om allerlei benoodigdhcden te koopen •
zij zijn dan gedeeltelijk goed gekleed, en houden
bijzonder veel van fraaije hoeden.
De oorspronkelijke bewoners des lands van den
stam der Caraïben , aldaar Banari , ook Inki en
Bokken genaamd, zijn insgelijks , in vergelijking van
vorige tijden, zeer in het oog loopend verminderd,
en schijnen , inzonderheid omdat de kinderpokken
dikwijls geheele huisgezinnen wegrapen, allengskens
uit te sterven. Ook zij waren eertijds talrijke en
gevaarlijke vijanden. Thans maken zij een klein
j nomadenvolk uit, dat niemand leed doet; zwakke,
maar goede vrienden der Kolonie, en den blanken
bewoneren , die zij als broeders beschouwen , even
; zoo toegedaan , als zij den Negers ongenegen zijn. —
f Ook ontvangen zij van de Regering jaarlijksche ge¬
schenken, welke zij zelve komen halen, en bij
welke gelegenheid hun de Gouverneur somwijlen
; een feest geeft. Doch buitendien komen zij dik¬
wijls naar de stad , en men ziet er bijna dagelijks
eenigen , die papegaaijen en andere kleinigheden
ver-
verkoopen , waarvan zij liet geld dikwijls aan rum
verdrinken; dewijl zij goedaardig en volstrekt met
diefachtig zijn, mag men hen overal gaarne lijden.
Daar de Regering het niet goed vindt, om het
getal der zich in de Kolonie bevindende slaven be¬
kend te maken , zoo kan men dit slechts hij bena¬
dering op ongeveer 60,000 schatten.
Het geheele getal der vrije lieden in de Kolonie,
dat even zoo min bepaaldelijk kan worden opgege¬
ven , zal , met het garnizoen er onder begrepen ,
hetwelk uit 12 of 1600 man bestaat, en waarvan
een gedeelte in de forteressen Zeelandia en Nieuw-
Amsterdam ligt, doch de rest op de verschillende
posten van het militaire cordon verdeeld is , op
65oo of 7000 zielen beloopen; waaronder omtrent
55oo blanke inboorlingen en Europesche Christe¬
nen; 2000 of 2600 miestische Christenen en mis¬
schien 1000 of 1200 Joden zijn. Geborene Duit-
scliers zijn onder dat getal van omtrent 55oo , in
alles ten hoogste 100. Het getal der Engelschen
kan op 5o of 60 , dat der Franschen op 20 of 3o
beloopen , gezamenlijk over de gansche Kolonie
verspreid ; de rest zijn Hollanders van Europesche
ouders aldaar geboren , of zoogenaamde creoles .
Laat ons nu nog eenen vlugtigen blik op de
geschiedenis dezer belangrijke Kolonie werpen ; ter¬
wijl wij den lezer , die dezelve uitvoeriger wenscht
te leeren kennen, op J. J. HARTSINK/S Beschrij¬
ving van Guiana enz. verwijzen, waarin men de-
A 4
en
( 8 )
selve van het begin tot het jaar 1768 grondig
meesterlijk zal beschreven vinden.
De oudste berigten over het ontstaan dezer Ko¬
lonie gaan niet boven de twee honderd jaren.
Volgens hartsink, schijnt een Engelsch kapitein,
met name marechal, omtrent het jaar i63o aan
het bovenste gedeelte der Suriname , en wel in den
omtrek der Para-kreek, zich nedergezet te heb¬
ben ; dit vermoeden verkrijgt daardoor eenige waar¬
schijnlijkheid , omdat nu nog in die streken de
sporen der oudste verlatene plan taad jen of be¬
bouwd geweest zijnde landerijen gevonden worden;
misschien heeft ook de Marechals-kreek hiervan
haren naam ontleend.
Hoe dit ook zij , het schijnt echter niet , dat
deze Kolonisten lang in hunne bezittingen gebleven
zijn, omdat deze zich in het jaar i64o in handen
der Franschen bevonden. — Nadat ook deze of
gestorven , of van de Indianen vermoord of hunne
plantaadjen verlaten hadden, landde aldaar in het
i65o Lord francis Willoughby-parham aan;
deze werd door de inboorlingen wel ontvangen en
stichtte met hunne bewilliging eene volkplanting,
zo o dat deze Engels chman als de eigenlijke grond¬
legger en stichter der Kolonie te beschouwen is;
ook is zijn naam in de landpunt: Bramspunt, het¬
welk waarschijnlijk vroeger: Parhams-point genaamd
is geworden , zoo ook in de eerste lettergrepen van
den naam der stad : Paramaribo , bewaard gebleven.
Vier
( 9 )
Vier jaren daarna vonden twee Franschen , de
Heeren BRAGLIONE en DU plessis , die door de
invallen der Wilden uit hunne Kolonie gedreven
waren , eene mijl opwaarts van den mond der Su¬
riname , een fort , en , nog eene mijl hooger , de
woningen der Engelschen, door wie zij gastviij ont¬
vangen werden.
Aangaande dit een en ander zijn echter geene
echte bescheiden voorhanden; deze beginnen eerst
met den vrijbrief van Koning KAEEL den tweeden
van Engeland, gedagteekend op den 2dcn Junij 1662 ,
uit kracht van welken hij de Kolonie Suriname aan
genoemden Lord PARHAM in eigendom gaf. — In
het jaar i664 kwamen de uit Cayenne verdrevene
Joden naar Suriname , werwaarts zij ook uit Holland
en Brazilië, waaruit men hen insgelijks verjaagd
had , bij geheele scharen heen vlugtten , en deze
Kolonie als een nieuw Jeruzalem beschouwden. Uit
de overblijfsels van het dorp der Portugesche
Joden, op de zoogenaamde Joden- Scwanna aan
de rivier de Suriname, ongeveer 6 of 8 uren op¬
waarts van de stad , en uit hunnen aldaar zich be¬
vindenden tempel , alsmede uit de privilegiën , welke
zij zich van tijd tot tijd wisten te verschaften , kan
men besluiten, dat zij in die vroegere tijden der
Kolonie , zoowel in aantal als vermogen , eene aan¬
merkelijke gemeente moeten hebben uitgemaakt.
Hetzij nu dat velen hunner in meer rustige tijden
het land weder verlaten hebben , of dat het hun
A rJ al-
( 10 )
aldaar niet zoo goed als weleer in het beloofde
land, en hedendaags in Duitscliland , gelukken
wilde; zij zijn aanmerkelijk ineengesmolten en heb¬
ben hun voormalig overwigt in de Kolonie verloren.
De eerste beplantingen in Suriname bestonden in
tabak en suiker ; ook werd er hout vervoerd.
In Maart 1667 werd de Kolonie door den bevel¬
hebber van eenZeeuwsch eskader, ABM. krijnzoon,
den Engels chen ontnomen, en in den vrede van
Breda (3i Julij 1667) den Staten - Generaal overge¬
laten; doch reeds den i3 O ctob er des zelfden j aars,
door de Engelschen , onder het bevel van j. HER¬
MANS , die van den gesloten’ vrede niets wist , of
niets weten wilde, wedergenomen. Lord parium ,
toenmaals Gouverneur van Barbados, wreekte zich
over het verlies zijner Kolonie , dewijl hij door
bedreigingen eene groote menigte Surinaamsche Kolo¬
nisten wist te bewegen , om met have en goed naar
Jamaica te trekken ; waardoor de bebouwing van
dat eiland ten koste van Suriname vermeerderd
werd. Eindelijk, in het jaar 1668, kwam Suriname
weder in het bezit der Hollandsche Republiek, die
in den persoon van den Heer p. j. lichtenberg
haren eersten Gouverneur derwaarts zond. In het
jaar i6S5 lieten de Staten- Generaal deze Kolonie
over aan de toenmalige Ifollandsche West -Indische
Compagnie , welke kort daarna goedvond , om het
tw eederde gedeelte daarvan af te staan , en wel £ aan
de stad Amsterdam , en J aan den Heer van som-
MELS-
M.ELSDIJK , die zich verbond , om als Gouverneur
derwaarts te gaan.
Na den dood van den Heer VAN soivtmelsdïjK
(hij werd den 19 Julij 1688 door oproerige soldaten
vermoord ,) viel zijn aandeel weder aan de W» I*
Compagnie.
De oorlog, waarin liet Gemeeneb est met Frankrijk
in liet jaar 1712 gewikkeld was, kwam Suriname
duur te staan, hetwelk in October van dat jaar
veroverd werd door den Franschcn admiraal J. CAS
S4HD, die er eene brandschatting van y 5o,ooo gul¬
den oplegde, terwijl het buitendien zeer \eel
schade te lijden had.
In dezen tijd, en reeds iets vroeger, begonnen
de wreggeloopene Negers (Boschnegers ,) door \ ij an¬
delijke invallen in de plantaadjen , het vermoorden
der blanken , het wegvoeren der slaven , van het
vee , ook w-el door het verbranden der gebouwen ,
de Kolonie overlast aan te doen en hare veiligheid
te bedreigen. Verscheidene min of meer gelukkige
krijgstogten werden tegen hen ondernomen.
Doch niettegenstaande hun getal reeds aanmer¬
kelijk w-as toegenomen, hield men echter, zoo als
uit echte bescheiden blijkt, in het jaar 1748 een
garnizoen van 5oo man voor toereikende , om de
Kolonie tegen binnen- en buitenlandsche vijanden
te verdedigen.
Het ontstaan der Boschnegers , die geescl der
Kolonie , dagteekent van de vroegste tijden , waarin
reeds
( 12 )
reeds Negers in de bosschen ontloopen waren en
daar een wild , roofachtig leven leidden. Zoo wel
de in\ al "van CASSARD , die vele verwarring op de
plantaadjen aangerigt had , als ook de toenmalige
onmenschelijke behandeling der slaven, en voor¬
namelijk het gewelddadig verplaatsen van dezelve
Van de eene plantaadje op de andere, (hetgeen
in latere tijden verboden is geworden ,) vermeer¬
derde het aantal der wegloopers en verhief hen
eindelijk tot eene magt, welke, zoo als wij nader¬
hand zien zullen , de Kolonie aan het grootste
gevaar blootstelde.
In het jaar 1721 werden door eenen zilversmid,
met name hansbach , de eerste hoffijplanten naar
I 1 - Suriname , en wel in eenen tuin van Paramaribo ,
overgebragt en vervolgens verder verspreid.
In het jaar 17 53 werd de eerste cacao , en in
1735 de eerste boomwol , naar Holland overge¬
bragt. — In deze tijden werden ook de eerste proe¬
ven genomen met den aanbouw van den indigo,
die echter, om welke redenen weet men niet regt,
Weldra werden opgegeven.
Bij de steeds toenemende uitbreiding der koffij- ,
cacao-, boomwol- en suikerplantaadjen , had men
den tabak , welken Virginië nu reeds goedkooper
leverde, beginnen te planten.
Toen ter tijd werden er ook vele steenbakkerijen,
zoowel bij de stad als op de plantaadjen, opgerigt;
de zoogenaamde steenbakkersgracht (eene met eene
gracht
( »3 )
gracht doorsnedene straat in Paramaribo) draagt
daarvan nog haren naam. Deze zijn sedert lang
verdwenen op eenige na, die zich op de plan-
taadjen hebben staande gehouden; zij kunnen echter
in tijd van oorlog alleen van nut zijn , omdat , uit
hoofde van de traagheid der Negers het arbeidsloon
zeer duur zijnde, men deze matei uien veel goed—
kooper en beter uit Holland bekomen kan»
In het jaar 1742 werd er in Suriname een ge¬
nootschap opgerigt, ter nasporing van voorwerpen
uit het delfs loffelijk rijk, zoo als edele metalen,
edelgesteenten , enz»; aan hetwelk de Staten- Grene—
raai een octrooi verleenden. Men liet mijnwerkers
uit Duitschland komen , en men maakte aan
den berg Victoria , nabij de plantaadje Berg en
Dal , eene opening in den grond , waarvan de
overblijfsels nog heden te zien zijn ; maar door een
ongeluk, waarbij 4o menschen het leven verloren,
bleef deze onderneming in den steek, en is sedert
niet meer opgevat geworden.
Zoo werd er ook in het jaar 1747 eene proef
met eene Kolonie van Pfalzer- en Zwitsersche boeren
genomen , welke de Regering op eigene kosten liet
komen, hen met vee- en akkergereedschap voorzag
en hun landerijen , bij de bronnen van de Para-
rivier, in de nabijheid van het zoogenaamde oranje-
pad , ter bebouwing aanwees ; doch het is insgelijks
slecht uitgevallen, en men heeft kort daarna niets
meer daarvan vernomen.
Wij
( i4 )
Wij gelooven niet , dat in landen, waar de sla¬
vernij ingevoerd is, en wel zoodanig, dat zij voor
het bestaan dier landen, als landbouwende koloniën ,
noodzakelijk is (hetgeen in de geheele West-Indiën
liet geval is), eene volkplanting van Europesche boe¬
ven , wanneer deze namelijk zelve het land moeten
bebouwen, gelukken en bestaan kan; en wen-
schen, door een beter lot van onze naar Brazilië
Verhuisde landslieden , deze onze meening weder—
legd te zien.
In de jaren 1761 en 1762 werden er met de
Verschillende stammen der Boschnegers , nadat men
lang en vruchteloos met hen geworsteld had , vredes¬
verdragen gesloten. Van toen af tot 1770 had men
tamelijk rust van hen; doch omtrent laatstgemelden
tijd braken er nieuwe vijandelijkheden uit , waarvan
de gevolgen zoo vreesselijk en voor het bestaan der
Kolonie zoo dreigend werden , dat men naar Eu¬
ropa om spoedige hulp moest schrijven , die dan
ook in het jaar 1772 , onder het bevel van den
kolonel fourgeoud , aankwam. Deze oorlog duurde
met groote verbittering tot in het jaar 1777 , toen
het eindelijk gelukte hen zoodanig in het naauw te
brengen , dat zij zich tot eenen duurzamen vrede
genegen toonden , die , ofschoon er van tijd tot
tijd onaangenaamheden met hen zijn voorgevallen,
toch sedert eigenlijk niet meer afgebroken is.
In het jaar 1799 werd, ten gevolge van den
oorlog tusschen Holland en Engeland , de Kolonie
door
( i5 )
door de Engelschen weggenomen ; na den vrede
Van Amiens weder teruggegeven ; d<*ich kort na het
uitbreken der vijandelijkheden andermaal door hen
bezet, en tot den 27stcn Februarij 1816, toen de
toenmalige Gouverneur - Generaal LT. PANHUIS de¬
zelve voor den Koning der Nederlanden weder in
bezit nam, behouden.
De naburige Koloniën Bcrbicc , Dcmerary en Es-
sequebo verbleven aan de Engclschen , en de Gor-
rantijn - rivier maakte nu de nieuwe grensscheiding
tusschen het Nederlandsche en Britsche Guiana uit*
\
II.
Jaargetijden* Luchtgesteldheid. Klimaat .
Gezondheids re gelen*
JLLien vlak, tusschen den 4en en 6en graad breedte,
derhalve digt bij de evennachtslijn gelegen land kan
geenen winter hebben. Het denkbeeld daarvan is
den inboorling, die het nooit verlaten heeft, vol¬
komen vreemd.
De jaargetijden worden aldaar derhalve alleen on¬
derscheiden door regen en droogte. Men verdeelt
ze gewoonlijk in : den kleinen en grooten regen¬
en den kleinen en grooten droogen tijd , die echter
niet altijd volkomen aan deze benamingen beant¬
woorden , maar , even als de jaargetijden in Eu¬
ropa, dikwijls aan groote afwijkingen onderhevig zijn.
De kleine regentijd begint gewoonhjk in Novem¬
ber. Gedurende denzelven is de hemel bijna altijd
met wolken bedekt , en is het dikwijls verscheidene
dagen aanhoudend regenachtig weder, maar ook
niet zelden zijn er vele aangename en drooge da¬
gen 5 hij verliest zich eindelijk op het einde van
Januarij in den zoogenaamden kleinen droogen tijd,
die zich , ten opzigte van de hitte , weinig of
niets , maar alleen daardoor van den gt'ooten droogen
tijd
( 17 )
tijd onderscheidt, dat in denzelven , inzonderheid
bij de maans verwisseling , ook dikwijls zware stort¬
regens vallen. Niet zelden hebben er in deze
beide jaargetijden o n we der s plaats ; zij worden
inenigvuldiger en heviger tegen bet einde van Maart,
en brengen ons eindelijk in April den grooten
regentijd, die gewoonlijk tot in bet midden van
Julij , ook wel tot Augustus , aanhoudt. Gedurende
denzelven heerschen er stortregens , vei’gezeld van
zware onweders , die gewoonlijk in bet middag-uur
optrekken. Somwijlen zijn er ook schoone drooge
dagen , en zelden verloopt er een , op welken de
zon niet meermalen , al is bet ook maar voor cenen
korten tijd , te voorschijn komt. Tegen de maand
Julij begint er reeds minder regen te vallen, de on¬
weders worden zeldzamer • en ongemerkt komt de
groote drooge tijd aan , die dan tot de maand No¬
vember blijft aanhouden en den jaarlijkschen loop¬
kring besluit.
Oude Kolonisten willen beweren , dat voorbeen
deze jaargetijden regelmatiger intraden, en dat er
in het algemeen meer regen dan tegenwoordig viel ;
hetgeen zich ook zeer wel laat verklaren , omdat
men sedert 5 o jaren zeer veel land, inzonderheid
aan de Zeekust, beeft begonnen te bebouwen.
In den grooten droogen tijd , den schoonsten van
allen , is de hemel weinig bewolkt , en slechts som¬
tijds , wanneer er oirweder opkomt , vallen er korte
stortregens 5 de morgenstonden van 5 tot 7 ure,
B als-
«
\
( '3 )
alsmede de avondstonden wan 6 tot 8 ure , zijn
gedurende denzelyen bij uitstek aangenaam, inzon¬
derheid de kaatsten , waarin een verkwikkende zee¬
wind de ganschc Natuur als ware het op nieuw be¬
zielt. Maar onbeschrijfelijk schoon en ongelijk voor¬
treffelijker dan in het noordelijk Europa is op zulke
avondstonden de ondergang der zon en het opko¬
men der volle maan. Daar, waar de zon onder¬
gaat , verliest het donkere azuur des hemels zich
door verschillende schakeringen in het schoonste
met purper en gouden strepen doortrokken groen ;
en naauwelijks is zij aan onze blikken onttogen , of
in het oosten lijst de schijf der maan , door dam¬
pen als met een floers omhuld , even als een vurige
bol , ' uit de zee omhoog.
De nachten zijn insgelijks heerlijk , maar worden
dikwijls koel , hetgeen ook in de regentijden , bij
lang aanhoudende vochtigheid , het geval is , en
men moet dan voor verkoudheden, die daar me¬
nig vu] diger en schadelijker zijn , dan men doorgaans
meent , zeer op zijne hoede wezen. Intusschen
daalt de Thermometer, ook in den koelsten nacht,
in de opene lucht, zelden onder 170 boven o naar
Reaumur, zoo als hij in de heetste dagen in de
schaduw zelden boven 28° klimt ; zoodat derhalve
de gemiddelde warmtegraad in de schaduw op
22° Réaumur kan aangenomen worden.
GewooiiKjk zijn de middaguren van 11 tot 4 ure
de heetste, en bij eene warmte van 25 of 26° in
de
* 1
1 >
( *9 )
cle schaduw wordt de zonnehitte voor den Euro-'
peaan bijna on ver dragelijk , zo o dat , wanneer hij
door een veeljarig verblijf niet reeds daaraan gewend
is , hij zich niet lang aan dezelve kan blootstellen ,
zonder plotsehjk ziek te worden. De Negers daar¬
entegen verdragen dezelve zonder groot ongemak,
en men ziet er somtijds eenige in de heetste zon¬
nestralen, en op eenen bijna gloeijenden grond,
naakt slapen.
Voor den Europeaan , bijzonder voor den noor¬
delijken , wordt deze warmtegraad in den beginne
dikwijls bij uitstek lastig, en het zweet wordt hem
bij stro omen uit de huid gejaagd ; doch van tijd
tot tijd gewent hij er zich aan , en een langer ver¬
blijf maakt hem daarvoor onvatbaar. Des te gevoe¬
liger en onaangenamer wordt hem ook de koude ,
wanneer hij zijn vaderland weder bezoekt , en menig
een keert alleen om deze reden naar dat land
terug, hetwelk hij misschien voor altoos voorne¬
mens was te verlaten.
Beschouwt men nu in het algemeen de ligging
en hoedanigheid van dit land : ten noorden door
den Oceaan in zijne gansche uitgestrektheid bespocld ;
door vele groote en kleine rivieren en door eene
menigte van kanalen doorsneden ; vlak , zonder
eenige bergen en landwaarts in door bijna ondoor¬
dringbare , ten deele zeer moerassige bosschen en
alleen op eenen zeer verren afstand door hoogten
begrensd , zoo is het gemakkelijk te begrijpen , dat
B 2 liet
( 20 )
het hoofdkenmerk van dat klimaat zoel en vochtig’
moet zijn , en dat het aldaar aan allerlei schadelijke
dieren en plagende insekten, welke zulk eene
luchtstreek noodzakelijk moet verwekken , niet kan
ontbreken. De onver dra gelijks te en lastigste van
dezelve zijn wel de muggen , aldaar muskiten ge¬
naamd j die men zonder bedenken onder de grootste
plagen dier gewesten mag tellen.
Daarentegen geniet Suriname het grootste voor¬
deel , dat het noch door zware overstroomingen en
orkanen, noch door aardbevingen bezocht wordt.
Even zoo min weet men aldaar van eigenlijke be—
smettelijke ziekten; de ziekten, welke er heerscheny
hebben , wrcl is waar , dikwijls het kenteeken der
gele koorts , doch zijn niet aanstekend.
Op den duur kan zulk een klimaat voor den
Europeaan , bijzonder voor den noordelijken , in
het algemeen zeker niet heilzaam wezen , hoewel
er aldaar lieden zijn geweest, die eenen ouderdom
van tachtig tot negentig jaren bereikt hebben. Doch
men rekene in dat land op geen lang leven ; het
valt slechts aan zeer weinigen ten deel, en de meeste
mens ch en , inboorlingen zoo wel als vreemden y
sterven in hunne beste jaren.
Voor de eerste Kolonisten is Suriname weinig
beter dan een open graf gewreest , welke toestand
zich nog voor 5 o of 60 jaren niet zeer veel ver¬
beterd had. Doch naar mate er van tijd tot tijd
bosschen weggekapt, moerassen door kanalen droog
ge-
( 21 )
gemaakt , de daardoor aangewonnen landen houw¬
baar gemaakt , en alzoo voor eencn vrijen lucht¬
stroom en voor de zonnestralen geopend werden ,
veranderde en verbeterde ook het klimaat met ieder
paar , zo o dat men Suriname thans onder de ge¬
zondste en aangenaamste Koloniën in die lucht¬
streek telt.
Natuurlijk moeten ouderdom , lichaamsgesteld¬
heid en wel inzonderheid de leefwijs, eenen grooten
invloed op het wel- of kwalijk zijn der inwoners ,
bijzonder der Europeanen , hebben.
Men heeft opgemerkt , dat Europesche kinderen ,
beneden de 10 jaren , zich gemakkelijk aan het kli¬
maat gewennen , en het daar zeer goed uithouden.
Voor jonge, volbloedige en zwaarlijvige menschen
Van beiderlei sekse, die tuschen hun i6e en 20ejaar
aldaar aankomen , schijnt het bijzonder gevaarlijk te
wezen. Het best kunnen het magere, ja zelfs zwak¬
kelijke menschen verdragen, die boven de 4 o jaren
oud zijn; en voor lieden met eene zwakke borst,
aamborstigheid enz. is het zelfs heilzamer dan eenige
landstreek in Europa.
Daar nu bijna alle gevaarlijke ziekten in Suriname
van eenen slijm- en galachtigen aard zijn, die ge-
makkelijk en dikwijls zeer spoedig in eene volko-
mene oplossing van alle sappen overgaan , zoo is
aan ieder, die daar komt, een zorgvuldig dieet in
liet eten, bijzonder van vette spijzen, alsmede in
B 3 het
( 22 )
het gebruik van verhittende dranken, ten sterkste
aan te bevelen.
Wie bet zoo liebben en inrigten kan , die neme
des morgens te 6 of 7 ure, tot zijn ontbijt, eenige
koppen koffij of chocolade , zonder kruiderijen ,
met een stuk brood; houde vervolgens slechts één¬
maal daags , omtrent ten 2 ure , eenen ordentelijken
maaltijd uit eene krachtige soep , een stuk gebraden
vlees ch of gevogelte, met een weinig moeskruiden
of salade, bestaande; nu en dan kan men ook
visch eten, die echter niet alle en in ieder jaar¬
getijde gezond is , weshalve men dien met meelspij¬
zen afwisselen kan , welke men aldaar zeer goed en
smakelijk weet te bereiden.
Men zorge daarbij, dat de spijzen niet, zoo als
daar algemeen gebruikelijk is, in de boter zwem¬
men en niet al te sterk gekruid zijn 5 inzonderheid
is men in de keukens aldaar zeer ruimschoots met
de in liet land groeijende soorten van peper , waar¬
van het menigvuldig gebruik het bloed verhit, en
eenen onleschbaren dorst verwekt. Des avonds te
7 ure drinke men eenige koppen niet al te sterke
thee met melk, en ete, wanneer men honger heeft,
een weinig wittebrood daartoe.
De roode bordeaux- wijn, die aldaar goed en
goedkoop te bekomen is , is het best geschikt om
over tafel te drinken ; die er niet van houdt ver-
ïuenge denzelven met een deel goeden madera- wijn
* - met
»
(23)
met twee deelen water. Over dag lessche men zijnen
dorst met goed regenwater , hetwelk somwijlen ,
maar niet gewoonlijk, met een weinig wijn gemengd
kan worden. Bier is er zelden goed te bekomen,
en is voor elk niet dienstig ; het veroorzaakt veel
slijm. Ook heeft men dikwijls de door de Engel-
schen ingevoerde gewoonte, om genevei , mm of
anderen brandewijn met water gemengd te dunken,
hetgeen men crok noemt ; dit is echter niemand
aan te raden , omdat men bemei'kt heeft , dat men
door de crok zeer gemakkelijk aan den brandewijn
z elven gewend wordt, hetgeen nadeelig is, ofschoon
men in heete landen meer sterke dranken drinken
en beter verdragen kan , dan in koudere.
Nu en dan, bijzonder in de drooge jaargetijden,
ete men tusschen het ontbijt en het middagmaal
eenige zoete oranje- appels , eene ananas , of men
drinke een glas limonade, waartoe het aan vruchten
aldaar nooit ontbreekt; het gebruik daarvan is in
het algemeen onschadelijk , wanneer men het niet
overdrijft en er geen water op drinkt ; hoe vroeger
men ze intusschen gebruikt, hoe beter.
Indien het mogelijk is , geve men zich alle da¬
gen , in den morgen- of avondstond van 6 tot 7
ure , bij droog weder , eenige beweging ; men ga
tegen 10 ure des avonds naar bed en sta met het
aanbreken van den dag weder op ; daarbij wassche
men zich dagelijks het gansche ligchaam , — baden
is nog beter, — doch nooit wanneer men verhit of
B 4 be-
F
H
.Mat
-
'
k'J;t .
’j flWM)fr', ’^JHpapwiP
.
( 24 )
bezweet is. Men stelle zich aan de zonnehitte ge-
durende den dag , tusschen 10 tot 4- ure, zoo
Weinig als mogelijk en zonder eene goede hoofd—
dekking , bloot, en vermijde de late avondlucht,
alsmede het zitten en staan, bijzonder blootshoofds,
in de maneschijn. In koele bijzonder regenachtige
nachten hoede men zich voor verkoudheid , die
aldaar zeer gevaarlijke gevolgen kan hebben; heeft
men er zich eene op den hals gehaald, zoo haaste
men zich , om door heete vlier-thee en eene
behoorlijke uitzweeting zich dadelijk daarvan te
bevrijden.
Men moet derhalve ook nooit bij opene vensters
slapen, hetgeen nieuw aangeko menen , wegensdeon-
verdragehjke hitte , dikwijls gaarne doen : de nacht¬
lucht is altijd nadeelig ; men sluite derhalve de
vensters en opene de deur der slaapkamer.
Vele, inzonderheid zwaarlijvige, personen beko¬
men aldaar ook eenen purperkoortsachtigen , hevig
jeukenden uitslag aan de huid, bekend onder den
naam van de roode hond; men kan denzelven
door wasschen en allerlei zuren verdrijven, hetgeen
echter gevaarlijk is.
Voor het overige verwissele men, zoo dikwijls
zulks op eene voegzame wijze kan geschieden, van
schoon linnen , en vooral late men geene ongesteld¬
heid , geene hoofdpijn , ouder dan 6 uren worden ,
ponder geneeskundige hulp te zoeken.
Neemt
(*5)
Neemt men dit dieet in aclit , dan kan men bijna
even zoo gezond als in Europa blijven*
Maar , helaas ! ieder , die daar komt , is niet in
de gelegenheid zulk eene leefwijze te voeren. De
jonge man, die in de loopbaan van planter wil tre¬
den , en zich als blank- officier (medehulp van den
Directeur der plantaadje) even als de neger, dage¬
lijks aan iedere gesteldheid van het weder bloot
moet stellen , kan zulks niet ; van daar dat velen
hunner ziek worden en sterven. Doch menig een
kan in de stad beroepshalve de middagzon noch
den regen vermijden • de geneesheeren behooren
onder dezelven.
Doch vele personen zouden zulks zeer goed kun¬
nen doen , maar zij willen naar geene voorschriften
hooren , geschikt om hunne vermaken en genie¬
tingen te beperken, hoe dikwijls en hoe treffend
ook het voorbeeld van vroeg aldaar gestorvene jonge
lieden hen daartoe vermaant. De meeste willen leven
zoo als zij in hun vaderland gewoon waren, en
vergeten waar zij zijn. Men eet laat en veel ,
drinkt nog meer ; rookt tabak , danst , loopt rond
tot laat in den nacht en gaat dan verhit en uit¬
geput te bed.
Het is derhalve geen wonder, dat zoo vele jonge
» ,
en gezonde lieden plotselijk eene prooi worden van
den dood , dien zij als ware het vrijwillig in de
armen vallen ! Hiertoe draagt ook het onmatig
B 5 min-
mingenot , waartoe zekerlijk het klimaat en de zeden
overvloedig aanleiding geven, het zijne hij.
Wel hem , die deze klippen kan vermijden !
Doch ook lieden van een voorbeeldig levensge¬
drag en van allen ouderdom kunnen aan koortsen ,
die het klimaat te weeg brengt, ziek worden en
sterven ; doch dit gebeurt reeds zeldzamer , en was
ook alsdan , in de meeste gevallen , toe te schrijven
aan het min naauwkeurig in acht nemen van een
behoorlijk dieet, hetgeen men in die landen zwaar,
ja dikwijls met zijn leven moet boeten.
III.
Regering. Regtspleging. W eeskamer.
Belastingen .
Suriname is eene tot het Koningrijk der Ne¬
derlanden behoorende Kolonie en wordt door
eenen Gouverneur volgens een bijzonder daartoe
gegeven Koninklijk Reglement van den i4 September
i8i5, alsmede volgens de nog in werking geble-
vene oudere statuten en plaatselijke wetten , gere¬
geerd. Hij voert den titel van Excellentie , en bij
is telkens , hetzij bij een burgerlijke of militaire
persoon zij , levens opperbevelhebber der zich in
de Kolonie bevindende Land- en Zeemagt.
Naast hem komt de Raad- Fiskaal der Kolonie ,
als Koninklijk Procureur en Chef der Land-policie ;
daarop volgt in rang de President van het bur¬
gerlijk Geregtshof en eindelijk de Raad-Contró-
leur-Generaal van Financiën ? welke laatste aan
het hoofd van het Financiewezen staat. Deze drie
laatstgenoemde hooge ambtenaars zijn den Gouver¬
neur als vertrouwde conferentie- raden toegevoegd
en maken tevens het ministerie der Kolonie uit.
De Gouverneur heeft in persoon het opzigt over
alle burgerlijke en militaire aangelegenheden der
Ko-
agsg
( 23 )
Kolonie, onder den bijstand van zijnen Gouver-
nements-Secretaris en van zijnen Generalen Staf.
Ten aanzien van administratieve onderwerpen gaat
bij te rade met het Hof van Policie en criminele
Justitie, dat niet alleen den gemeenteraad der Ko¬
lonie , maar ook tevens het criminele Geregtshof
der zelve uitmaakt. Het bestaat , behalve den Gou¬
verneur als bestendigen President van hetzelve,
uit den Raad-b iscaal en den Controleur- Generaal
als adviserende medeleden , en buitendien , wanneer
het voltallig is, juist uit negen raden, welke door
den Gouverneur uit de aldaar wonende voornaamste
grondeigenaars (planters) gekozen worden, bene¬
vens eenen bestendigen door den Koning benoem¬
den of aangestelden Secretaris.
De posten dezer raden , die levenslang kunnen
bekleed worden , zijn eereposten.
Het bevel over de krijgsmagt wordt gewoonlijk
eenen Commandeur van den graad van Overste of
Luitenant-Kolonel aanvertrouwd. 119 wordt , zoo
als alle Officieren der zich aldaar bevindende troe¬
pen , door den Koning benoemd ; doch hij staat
onder het onmiddellijk bevel van den Gouver¬
neur , die daarentegen alle Officieren der geheel op
den Nederl ancLs chen voet georganiseerde schutterij ,
alsmede alle ambtenaars benoemt, wier plaatsen
door sterfgevallen of andere omstandigheden va¬
cant worden.
Met één woord : de Gouverneur oefent in de
Ko¬
rf
( 29 )
Kolonie alle aan de oppcrmagt verbondene rcgteil
uit, en kan zelfs , zonder vorm van proces, iemand
uit dezelve verbannen , wanneer hem deszelfs tegen-
woordigheid voor bet welzijn ol de veiligheid des
lands gevaarlijk schijnt.
Wanneer de Gouverneur sterft, wordt de Raad-
Fiscaal , die ook anders bij ziekte of afwezigheid
deszelfs plaatsvervanger is, Gouverneur ad interim;
in welk geval de president van het civiele Geregts-
hof van den fiscaal , en de oudste justitie -raad die
Van den president zoo lang bekleedt, totdat de
Koning eenen nieuwen Gouverneur benoemd heeft;
verder blijft alles gelijk als te voren.
De burgerlijke regtspleguig wordt onafhankelijk
van de Regering door twee Geregtshoven bestuurd.
Het eerste , te weten het Hof van civiele Justitie ,
houdt zich alleen bezig met voorwerpen , die de
waarde van 25o gulden Surinaamsch geld te boven
gaan , en beslist alle overtredingen der wet in het
laatste ressort; doch het is bij de belangrijke on¬
derwerpen aan de partijen geoorloofd, om aan het
hooge Geregtshof in Holland te appelleren , hetgeen
echter, tot eer van dit Geregtshof, slechts zelden
pleegt te geschieden.
Het bestaat behalve den president en eenen vas¬
ten secretaris uit zes regters , die gezamenlijk door
den Koning benoemd of aangesteld zijn en aanzien¬
lijke traktementen genieten.
De secretaris van dit Geregtshof maakt tevens
het
liet arcliief Van alle burgerlijke acten uit. Bij de-
z elven worden testamenten, procuratiën en con¬
tracten geregistreerd en gedeponeerd ; even eens
gescliieden voor hetzelve alle geregtelijke koopen en
verkoopen en overdragten van dezelve , alsmede
verpandingen van stukken lands en van negers,
welke , na voorafgaande bekendmaking in de nieuws¬
papieren, wanneer er geene wettige verbind eringen
plaats hebben, in de hypotheekboeken worden in¬
gedragen.
Stukken gronds of slaven , die op regterlijk ge¬
zag in beslag genomen worden, komen onder het
beheer van twee, bij dat Geregtshof verantwo orde¬
lijke beambten (seepesters) ; doch de in beslag ne¬
ming geschiedt door eenen insgelijks bij het Hof
verantwoordelijken exploiteur en deszelfs substituten.
Het kleine Geregtshof, (Gollegie van Kleine Za¬
ken) hetwelk slechts van voorwerpen beneden s5o
gulden kennis neemt , bestaat uit 7 honoraire reg-
ters (Commissarissen) , die door den Gouverneur
uit den deftigen burgerstand benoemd worden 5
eenen secretaris en verscheidene mindere ambte¬
naars. Sedert 1822 is er een Jood in dit Geregts-
liof opgenomen geworden.
Het nolaris-ambt wordt door eenige mindere
ambtenaren van het Hof van civiele justitie, of ge¬
zworene klerken uitgeoefend. Indien iemand bij
een dezer geregtshoven als advocaat, procureur of
solliciteur wil aangesteld worden, moet hij daarom
(3i )
bij liet Geregtshof aanzoek doen , hetwelk liem ver¬
volgens , naar bevind van zaken , verlof geeft tot
het uitoefenen van zijne praktijk.
De zorg voor onmondigen en voor derzelver
eigendom , alsmede het bestuur en de bereddering
van onbeheerde of insolvente nalatenschappen , is
der -weeskamer (de nieuwe wees- curatele- en on¬
beheerde boedels-kamcr) aanvertrouwd. Derzelver
collegie bestaat uit den Gouverneur als haren vas¬
ten president ; den Raad -Fiscaal • den Controleur-
Generaal ; twee Raden van Policie en Criminele
Justitie; — verder: uit twee Weesmeestercn , eenen
Secretaris en verscheidene mindere beambten. Als
onmidd el lijke tak der landsregering kan de Wees¬
kamer voor geenen regterstoel aangeklaagd worden.
Indien er iemand sterft , wie hij ook wezen
mag , — met uitzondering der militaire personen
en zeelieden der op de Reede liggende schepen,
die alle aangelegenheden van erfenissen zelve rege¬
len , — legt er de Weeskamer zoo lang bet zegel
op, totdat er zich een testament in behoorlijken vorm
(voor Notaris en getuigen gemaakt en op de Se¬
cretarie geregistreerd), en executeurs of erfgenamen
bevinden , die hetzelve willen aannemen , en dien
ten gevolge hare verdere tusschenkomst omioodig
maken. Doch indien er zulk een testament niet
voorhanden is, of de in liet testament genoemde
erfgenamen of personen , die hetzelve moeten vol¬
trekken, weigeren hetzelve aan te nemen, of bui¬
ten
( 32 )
ten s lancls of gestorven zijn • of indien de afge-
stoivene , die de erfenis nalaat, vergeten heeft, om
in het testament zelf deze Weeskamer van het be¬
heer zijner nalatenschap uit te sluiten en haar offi¬
cium vriendelijk en uitdrukkelijk te verzoeken, stelt
zij zich van regtswege in het bezit derzelve, totdat
de wettige erfgenamen te voorschijn komen of
meerderjarig zijn, en gaat vervolgens over tot den
verkoop van alle roerende goederen • doch later ,
en wanneer de erfgenamen verzuimen op te ko¬
men , ook tot den verkoop van onroerende goede¬
ren en slaven.
Zij maakt alsdan door viermaal in alle nieuws¬
papieren der Kolonie en in de Amsterdamsche
courant herhaalde advertentiën bekend : dat deze
of gene nalatenschap of boedel aan haar gedevol-
veerd of vervallen is ; later roept zij door denzelf-
den weg de erfgenamen of crediteuren der gan-
sche massa op , om zich te legimeteren en de reke¬
ningen in te zien ; eindelijk , en wanneer alles ge¬
regeld is , vordert zij ten derden male af, om de
erfenis of het aandeel in ontvang te nemen, nadat
de crediteurs te voren hunne wederzij dsche vorde¬
ringen hebben moeten bezweren.
Indien er een directeur of een officier der Blan¬
ken op eene plantaadje sterft, dan komen de di-
rekteurs der beide naaste plantaadjen bijeen, ver¬
zegelen de nalatenschap en geven dezelve of aan de
executeurs van het testament, of aan de Weeskamer over.
( 33 )
Bij de Weeskamer kan voor het overige niemand
over eenige nalatenschap narigt bekomen, wanneer
hij niet kan bewijzen , dat hij daartoe behoorlijk ge-
magtigd en bevoegd is.
Wettige huwelijken kunnen in de Kolonie niet
zonder toestemming van den gouverneur en zonder
de door de wetten voorgeschrevene voorwaarden
vervuld te hebben , gesloten worden. Buitenlanders
moeten voldoende bewijzen kunnen geven , dat uit
hun vaderland gcene wettige verhindering daartegen
te wachten is.
Het trouwen , als civiele daad, geschiedt door
eenen der Baden van Policie enz.
Ieder vrije bewoner der Kolonie, hetzij inboor¬
ling , Nederlander of vreemdeling , Blanke of Kleur¬
ling, Christen of Jood, grondeigenaar of niet,
deelt in dezelfde bnrgerlijke regten, alsmede in de
volkomen vrije uitoefening van godsdienst. Is de
vreemdeling met eenen behoorlijken pas voorzien,
aangekomen, en heeft het Gouvernement geene bij¬
zondere redenen gehad , hem aldaar een verblijf te
weigeren (hetgeen uiterst zeldzaam gebeurt,) zoo
kan hij, zonder verdere pogingen daartoe te doen,
zich aldaar nederzetten en zijne kunst, zijn bex-oep
of handwerk vrij uitoefenen. Bij artsen , chirurgijns
en apothekers begrijpt men echter , dat dit niet zon¬
der bewilliging van het Geneeskundig Toevoorzigt
kan geschieden; alle overige takken van industrie
kunnen daarentegen vrij uitgeoefend worden, om-
G dat
?■**«-. >. •:-, v, ?w ' C*
■ ■£•■■• --- ''r-'J. '“r ■’ -‘üw^ " *\
• A'SÊ’ ' ;r' • - y&Ó —; ■<
■
c-v -v;
- - y ' .
( 34 )
dat er geene gilden , _ privilegiën , noch patenten
plaats hebben.
Even eens staat het een ieder vrij , om de Ko¬
lonie weder te verlaten ; doch niemand kan eenen
pas bekomen om buiten ’s lands te reizen , voor en
aleer hij zulks 6 weken te voren driemaal in alle
nieuwspapieren der Kolonie bekend gemaakt en zijne
crediteuren, indien hij deze mogt hebben, heeft
opgeroepen , ten einde hetgene zij te goed hebben
bij hem in ontvang te nemen. Indien er nu van
dezen kant eenige verhindering bij den Gouverne-
ments- Secretaris (alwaar de passen uitgereikt wor¬
den) geschiedt, zoo wordt de pas zoo, lang ge¬
weigerd, totdat die zwarigheden uit den weg ge¬
ruimd zijn ; ook wordt dezelve niet anders dan
tegen een certificaat van alle landskantoren, waar¬
van er 16 zijn, dat de persoon bij zijn vertrek
niets aan dezelve verschuldigd is , afgegeven.
Aan deze formaliteit moet zich ieder in- of
uitlander, die zich voor een’ korter of langer tijd
aldaar heeft opgehouden , onderwerpen • hetzij bij
daar grondeigenaar is of niet, zonder eenige uit¬
zondering.
De belastingen in Suriname kan men in directe
en indirecte verdeden; de directe belastingen be¬
staan hoofdzakelijk:
cu) in een algemeen hoofdgeld op alle personen
(ook
(ook slaven) boven den ouderdom van 1 5
jaren, tegen f 6 per hoofd jaarlijks.
Z>.) in eene belasting op de inkomsten , in 25
klassen, van f i5o tot ƒ25,000, verdeeld,
en van 6 tot 11 percent opklimmende.
c. ) in eene grondbelasting en eene belasting
op de huizen, de laatste tegen twee ten
honderd van hare huurwaarde , na aftrek van
een zesde gedeelte voor reparatiën.
d. ) in eene belasting op de rijtuigen, het vee
enz. Zoo betaalt men , bij voorbeeld , voor
eene koets jaarlijks ƒ 45, eene chais f3 o,
een rijpaard ƒ 2 5 , eene kar met twee wie¬
len ƒ 20 , een trekpaard of muilezel ƒ 10 ,
voor een stuk hoornvee ƒ 5 enz.
De indirecte belastingen bestaan inzonderheid:
\
e. ) in eene accijns op alle van buiten ’s lands inge¬
voerde dranken, als wijn, brandewijn, likeur,
bier , enz. , welke ieder , die dezelve in¬
voert , dadelijk bij het lossen daarvan aan¬
geven moet; zoodra dit gebeurd is, kun¬
nen dezelve, zonder aan verdere contró-
lering onderworpen te zijn, verbruikt of
verkocht worden.
G 2 ƒ ) in
( 36 )
y.) iu eene belasting v&n 3 percent bij den
verkoop of de overdragt van onroerende
goederen.
in de belastingen op alle door openbare
veilingen, auctiën of venduën, verkocht wor¬
dende goederen , waarvan het land 8 percent
geniet; doch hoofdzakelijk
h») in het zegel , dat tot alles uitgestrekt is.
De wet, waarin deze belastingen verder worden
toegepast , is wijdloopig en uit eene menigte arti¬
kelen zamengesteld , en het is derhalve voor een
ieder , die eenig beroep uitoefent , raadzaam , om
zich dadelijk daarmede bekend te maken , ten einde
niet in de strenge wetten, welke op de overtreding
van dezelve gesteld zijn , te vervallen.
Al deze belastingen worden met io ten honderd
verhooging en i ten honderd voor het zegel van
het bedrag der kwitantie geheven.
De directe belastingen worden jaarlijks in eenen
termijn betaald en de belastingschuldigen zijn gehou¬
den, alle jaren schriftelijke opgaven te doen van
hunne aan belasting ondeidievige voorwerpen , waar¬
toe zij , als ook tot de betaling zelve , in den daar¬
toe bepaalden tijd , door de landskantoren aange-
maand worden. ,
Zij, die hunne goederen verzuimd hebben op te
§c-
( 37 )
geven , of daarvan eene verkeerde opgave gedaan
hebben , worden , naar bevind van zaken , met
zware geldboeten gestraft.
De opgaaf van het jaarlijksch inkomen of van de
verdiensten moet door eiken bewoner der Stad in
persoon en wel voor iedere daartoe bijzonder geko¬
zene regerings-commissie geschieden.
Alleen aan die lieden, welke op plantaadjen wo¬
nen, staat het vrij, zulks door hunne gevolmag-
tigden , directeurs en blank- officiers , maar door het
kantoor hunner plantaadjen , te laten doen.
IV.
Artikels van invoer. Tollen. Handel.
Q .
imname is geene handeldrijvende, maar alleen
cene landbouwende Kolonie. Alle handel, die
aldaar gedreven wordt, bepaalt zich derhalve alleen
tot datgene, wat zij tot haar eigen gebruik noodig
heeft. Dit schijnen vele lieden of niet te weten ^
of bij hunne ondernemingen aldaar niet genoegzaam
te behartigen.
Met uitzondering der Vereenigde Staten van
Noord- Amerika , welker schepen, overeenkomstig
de bestaande tractaten, verschillende artikels , inzon¬
derheid mond-, scheeps- en plantaadjen-behoeften ,
bij voorbeeld: zout, meel, rijst, vet, vleesch, zou-
tenvisch , ligters , teer , pek , timmerhout , tabak ,
paaiden, muilezels enz. invoeren, waartegen zij
melasse (de zwarte van ruwe suiker afloopende
stroop , waarvan in Amerika rum gemaakt wordt)
medenemen kunnen, moet de Kolonie voor alle
koopvaardij-schepen der overige zeevarende natiën
gesloten zijn. Dien ten gevolge zullen alle overisre
buitenlandsche behoeften der Kolonie uit Neder-
landsche havens en op Nederlandsche schepen
ingevoerd worden.
Alle soorten van drooge goederen , op Neder¬
land -
.
landsche schepen ingevoerd, zijn in Suriname tol
vrij ; daarentegen moet er in Holland bij den uit
voer dezelfde tol voor betaald worden, als voor
goederen, die buiten ’slands worden uitgevoerd.
Buitenlandsche naar Suriname bestemde goederen
zijn aldaar ook niet meer aan transit onderhevig,
maar aan de Nederlandsche grenzen moeten er de
gewone inkomende regten voor betaald worden.
De vreemdeling echter, die m Suriname met
blijft , maar, nadat hij zijne waren verkocht heeft,
de Kolonie weder verlaat , betaalt geene inkomende
regten, doch moet van de waarde der ingevoerde
goederen 5 ten honderd betalen.
Onder deze bepalingen is het aan een ieder ver¬
gund in Suriname in te voeren wat hij wil , en
aldaar in het groot of klein te verkoopeu. Hiervan
zijn alleen uitgezonderd oorlogs-behoeften, waarvan
de onbeperkte verkoop , gelijk men gemakkehjk be¬
grijpen kan , voor de Kolonie gevaarlijk zoude kuu-
nen worden. De Regering heeft derhalve goedge¬
vonden, slechts twee kooplieden tot den verkoop
van buskruid en schietgeweren onder zekere bepa¬
lingen te patenteren; maar den onbevoegden ver¬
koop van dat artikel , bijzonder aan boschnegers of
slaven , zwaar te straffen. In bijzondere gevallen
wordt echter tot het verkoopen van jagtgeweren
bijzonder verlof verleend ; ook is het aan niemand
verboden , dezelve voor zijn eigen gebruik uit Eu¬
ropa mede te brengen.
C 4
Een
( 4o )
Eeu groot gedeelte der uit Holland ingevoerde
arn tels bestaat voornamelijk ' in allerlei benoodigd-
heden van de plantaadjen; bij voorbeeld: allerlei
gereedschappen voor veldarbeid; voor liet graven
van grachten; om het suikerriet af te snijden; om
de koflijboomen te zuiveren; het onkruid uit te
wieden; voorts: in stoom- werktuigen , ijzeren cilin—
deis , koperen ketels of kookpannen , distilleerketels
met hun tocbehooren , voor de Suiker-ziederijen en
Rum-branderijen ; vervolgens in allerlei bouw-mate-
ri.den, zoo als mopsteenen, kalk, tras, tot bet
bouwen van sluizen en bruggen; tot het metselwerk
der suiker- en distilleer-ketels , der melasse-bak-
ken , dei regenbakken ; der fondamenten van fa—
blijk- en woonhuizen; der brandmuren en keuken-
haarden enz. vloersteenen voor de kookhuizen, ma¬
gazijnen , droogplaatsen der koffij, enz. ; insgelijks.:
in metselaars- en timmermans-gereedschappen , als¬
mede in ijzerwerk van allerlei soort, hetwelk tot
het bouwen van huizen, fabrijken, molens, vaar¬
tuigen, enz. gevorderd wordt; in olie en olie- verf
tot het verwen der gebouwen, hetgeen in dat kli¬
maat , tot onderhouding van het houtwerk , veel
meel moet geschieden dan in Europa; eindelijk :
in hoepels en duigen tot suikermelasse- en koffijva-
ten ; linnen tot koffij— en boomwolzakken ; bont
lijnwaad , hoeden , kielen tot kleeding voor de Ne¬
gers ; in keukengereedschappen , medicamenten en
eene menigte zaken van minder aanbelang; waarvan
de
* «V n.n»
'"' ^ '<* <;,»‘-*r 1/5 :. . ■ ,v- • j r , .. . .
( 4x )
de optelling verscheidene bladzijden zoude vullen ,
doch waarvan wij slechts de voornaamste , alsmede
derzelver gebruik meenen te moeten opnoemen , om
den Europeschen lezer een oppervlakkig denkbeeld
van de menigvuldige behoeften eener plantaadje te
geven. Daar nu al deze voorwerpen , wanneer
men ze aldaar , zoo als het inzonderheid bij leve—
rantiën voor de plantaadjen gebruikelijk is , op
crediet voor eeneru langen tijd koopt, doorgaans
twee - , zelfs driemaal duurder zijn dan men ze
uit het Moederland bekomen kan , zoo ontvangt
gewoonlijk iedere behoorlijk bestuurde plantaadje
hetgeen zij jaarlijks aan dat alles benoodigd heeft,
of van derzelver eigenaars in Holland zelve , of van
een handelhuis, waaraan het bestuur hunner zrken
is toevertrouwd. Desniettemin hebben de kooplie¬
den aldaar , die zich "met deze artikels bezig hou¬
den , nog zeer veel aftrek; omdat, behalve de be¬
hoefte der stedelijke inwoners , ook aan menige
anders wel verzorgde plantaadje toch somtijds het
een of ander ontbreekt, op welks aankomst niet
kan gewacht worden. Ook zijn er vele van een en
minderen aard , waarvan men te weinig gebruikt ,
om dezelve uit Europa te ontbieden ; menig een
heeft ook wel geen crediet in Holland, wordt
slecht bediend , of ligt onder sequestratie. Maar
de koopman kan aldaar gerust aan een ieder cre¬
diteren , die nog eenigermate in staat is om pro¬
ducten te leveren, omdat zijne eischen voor alle.
( 42 )
op den naam eerier plcintaadje -, door dezen eige-
naai of bestuurder der zelve , gevraagde 1 e ver an tien ,
drie jciren lang, boven ieder andere, zelfs boven
de hypotheek-schulden , de voorkeur hebben. Hij
eischt derhalve slechts in een buitengewoon geval
zijn kapitaal, wanneer door een bijzonder ongeluk,
zoo als door overlijden, of wanneer, er een groot
gedeelte der Negers weggeloopen zijnde , het effect
zonder waarde wordt.
Doch zoo belangrijk en winstgevend de handel in
deze waren (plantaadje-behoeftenj voor den koopman
ook zijn moge , die zich aldaar voor eenen langen
tijd gevestigd, die artikels ingeslagen heeft en daar¬
van behoorlijk Voorzien is; zoo weinig zijn zij ge¬
schikt voor zoogenaamde cargaisoens-goederen , of
voor tijdelijke speculatien.
De reden daarvan is, dat het hem, die niet altijd
daai in handelt, aan gelegenheid, maar den anderen
tevens aan den noodigen tijd tot het vertier ont¬
breekt; beide moeten derhalve, om zich eindelijk
daarvan te ontdoen , dezelve of in massa aan een’
of meer der zoogenaamde Amerilaansclie kooplie¬
den (leveranciers voor de plantaadjen) overdoen, of
dezelve op eene vendue verkoopen , en in beide
gevallen zich gelukkig achten, wanneer zij er met
25 percent verlies af komen.
Zelfs speculatien in bouwmaterialen , die in Hol¬
land, onmiddellijk na het ontvangen berigt van den
grooten brand in Januanj 1821, ondernomen wer¬
den ,
( « )
den, hadden geen beter resultaat, niettegenstaande
men konde gelooven, dat zij door de omstandighe¬
den bijzonder hadden moeten begunstigd worden.
Wij komen nu tot de tweede klasse van voor¬
werpen , en deze bestaat bijzonder in alles, wat tot
eten en drinken behoort, en aldaar onder den al-
gemeenen naam van provisiën begrepen wordt.
Wanneer men in reisbeschrijvingen gelezen heeft,
of van geloofwaardige reizigers verneemt , dat Su¬
riname ten hoogste eene bevolking van 60 of
70,000 zielen (?) hebbe , waaronder, zonder de
troepen (die hunne levensmiddelen niet door den
koophandel bekomen) , en de zeelieden (die van
hunnen scheepsvoorraad leven) ten hoogste 6000
vrije menschen van alle godsdiensten en kleuren
zich bevinden ; maar de rest uit negers en andere
slaven bestaat , onder welke ook kleurlingen zijn ,
die, met uitzondering van de huisbedienden eeni-
ger weinige goede Europesche familiën, geenen uit-
landschen, ten minste geenen Europeschen kost ge¬
bruiken • wanneer men zich verder overtuigd heeft ,
dat Suriname een der vruchtbaarste landen van den
ganschen aardbodem is, en dat, behalve de onderdo
keerkringen groeijende vruchten , welke het alle
voortbrengt, en welke zeer goed zijn, aldaar ook
verscheidene peulvruchten en graangewassen , als¬
mede verscheidene moeskruiden goed voortkomen ;
dat schapen, varkens en gevogelte goed gedijen;
dat de zee en rivieren vischrijk zijn, de bósschen
over-
1 ■
f
oteitloed van wild bevatten, zoo moet het zeer
het oob loop end wezen, dat dit aan eetbare
waren zoo rijke land ■ nog eene menigte vreemde en
inzonderheid Europesche levensmiddelen behoeft,
welke, zonder de zaak te overdrijven, het twintis;-
voud van datgene bedraagt, wat een gelijk getal
menschen in Europa zou verbruiken.
Dit inderdaad zonderling verschijnsel wordt dan
alleen verklaarbaar, wanneer men de leefwijs van
tuit land kent ; wanneer men verder weet , dat het
arbeidsloon aldaar, uit hoofde van den geringen
arbeid , welken de 'slaaf, naar evenredigheid van het¬
geen zijn onderhoud kost, verrigt, vijf- of zesmaal
hooger moet worden aangeslagen; dat zich in de
stad slechts weinige menschen met het kweeken van
moeskruiden, met de veetueht enz. bezig houden,
zoodat, ofschoon alles, bij meerdere nijverheid der
mwoneis , in toereikende menigte en tot matiger
prijzen voorhanden zoude kunnen wezen , nogtans
alle inlandsche levensmiddelen zeer duur zijn. _
Hierbij komt, dat de inboorlingen van alle klassen
de grootste liefhebbers zijn van Europesche spij¬
zen en lekkernijen, die thans tot de eerste behoef¬
ten gerekend kunnen worden , zoo duur zij ook
somwijlen door de tijdsomstandigheden zijn. _ Het
behoort, bij voorb., niet tot de zeldzaamheden, dat
men in Paramaribo voor een vaatje Hollandsche
boter van 10 of 12 pond 3o tot 60 gulden betaalt;
voor een pond ham 2 tot 2i gulden; voor een
f
pond kaas il tot 2 gulden • voor eene mand van
ongeveer 100 pond Hollandsche aardappels 20 tot
35 gulden : de Surinaamsche gulden tegen 8 stui¬
vers Hollandsch gerekend. — Voegt men hierbij de
dure dranken, zoo zal men ons gel o o ven , wanneer
wij verder onze aanmerkingen over het duurkoop
leven aldaar in het midden zullen brengen.
Doch de speculant, die de bovengemelde prijzen
tot maatstaf' zijner berekeningen wilde maken , zou
zich dikwijls zeer in zijne verwachtingen bedrogen
vinden ; want die dingen zijn niet altijd zoo duur ,
ja dikwijls kan men er den inkoopprijs niet eens
voor maken. Bij het groote bederf, waaraan alle
levensmiddelen in dat klimaat onderhevig zijn , en
bij de dikwijls lange reizen der schepen , kan men
aamiemen , dat er wel een vierde gedeelte van de
aangebragte levensmiddelen zoo al niet geheel be¬
dorven , ten minste in zoodanigen toestand is , dat
men ze ónmogelijk langer bewaren kan. Er moet
derhalve veel voor eenen geringen prijs worden uit¬
geslagen , zooclat er aan deze artikelen dikwijls zeer
belangrijke sommen verloren gaan. De handel in
proviand is derhalve meer hazardspel dan koop¬
handel, omdat niemand met eenigen graad van ze¬
kerheid het gevolg zijner ondernemingen kan bere¬
kenen, hetwelk geheel alleen van het toeval afhangt,
namelijk van de langdurigheid der .reis , van de ge¬
steldheid der waren wanneer zij aankomen , maar
inzonderheid nog van den toestand der markt , dien
( 46 )
men daarmede treft. Desniettegenstaande worden
juist in deze artikelen, waartoe dan ook alle soorten
van wijnen, likeuren, brandewijn, bier, mineraal¬
wateren, kortom alle bedenkelijke en draagbare be-
noodigdheden voor de tafel behooren , zeer goede
zaken gedaan.
De dside klasse eindelijk der Nederlandsche arti¬
kels van invoer be\at alles , wat tot kleedij en meu¬
bilering gevorderd wordt, zoo als al de ontelbare
onontbeerlijke zaken en gereedschappen , welke he¬
dendaags tot de behoeften der menschen in alle
werelddeelen behooren.
In een land, dat geene fabrijken en manufactu¬
ren, ja slechts weinige der onontbeerhjkste hand-
weikslieden heeft ; alwaar het klimaat de inwoners
traag maakt , die buitendien weinig kunstvlijt bezit¬
ten ; en wat de weelde in kleeding en huisraad , in¬
zonderheid bij welgestelde lieden, betreft, waarin men
voor Europa niet onder doet, moeten deze behoeften
zich tot eene oneindige menigte en verscheidenheid
van fabrijk-goederen uitstrekken. De voornaamste
daarvan zijn: vele soorten van wit en gekleurd lijn¬
waad; witte en gekleurde boomwollen stoffen; la¬
kens en stoffen voor vesten en broeken; mans- en
vrouwen-hoeden ; kousen en schoenen van allerlei
kleuren en stoffen; allerlei soorten van mode- ga¬
lanterie- en bijouterie-waren , van ijzer- en koper¬
werk, en van toilet- artikels ; zilvergoed; gepolijst en
verlakte goederen ; porselein , glaswerk en brons ;
al-
( 47 )
allerlei fraaije meubelen, als: spiegels , kandelaars,
pendules, gegraveerde platen onder glas, forte-pia-
nos enz. ook canapés , stoelen , secretaires , chiffon-
nières enz. ; keukengereedschappen van koper , tin ,
blik , ijzer en aardewerk van Fayence • chaisen en
paardentuig ; gematten stoelen , matrassen , 'foércn
bedden , boomwollen hangmatten en beddedekens ,
schrijfgereedschappen , almanakken, gebedenboeken,
schoolboeken enz.
De invoer van al deze, in de verschillende rubrie¬
ken aangehaalde voorwerpen moest , zoo als wij reeds
gezegd hebben ; uitsluitend uit of over Holland
plaats vinden , doch er wordt met velen derzelve ,
ten nadeele van den handel en der industrie van
\
het Moederland, door Noord- Amerikaansche sche¬
pen , als ook door Engelsche en Fransche kleine
vaartuigen van Barbados, Martinique, Demerary en
Cayenne , een aanmerkelijke sluikhandel gedreven.
Deze verschillende producten en fabrijkgoederen
van bijna alle landen des aardbodems worden in
Paramaribo , niet alleen in eene voor de plaats on¬
voegzame groote menigte van winkels ui [gestald en
in de pakhuizen van Hollandsche schippers geplaatst ;
maar ook op alle straten , door eene ontelbare me¬
nigte van slavinnen , zoo wel zwarte als kleurlin¬
gen , te koop geboden , welke voor hunne heeren ,
die dikwijls niets minder dan kooplieden zijn , maar
toch van de algemeene vrijheid van koophandel ge¬
bruik willen maken , daarmede te koop moeten loo-
pen.
s»
pen. Men moet echter niet denken, dat men, zoo
als bij ons , in die winkels en pakhuizen liet ten
minste eenigermate gelijksoortige hij elkander zal
Vinden ^ o neen ! zulk een winkel gelijkt gewoonlijk
naar de plaats, waar eene openbare veiling gehou¬
den $$rordt , en waar juist de meest verschillende
waren bijeengebragt zijn. Zeer zonderling en grap¬
pig zien er in dit opzigt de verkoopplaatsen der
Hollandsche scheepskapiteins uit : men ziet hier
kleedingstukken , levensmiddelen , kanarievogels , al¬
lerlei keukengereedschappen , huisraad , met violen
en klarinetten vreedzaam gepaard, tot groote vreugde
en stichting der inboorlingen, die altijd, wanneer
er schepen aankomen , hoopsgewijze de ronde doen
en den aangebragten goederen eene naauwkeurige
monstering doen ondergaan. Hieruit kan men op¬
maken , dat , met uitzondering van eenige waren ,
voor welke geschikte magazijnen zijn, men in Para¬
maribo zelden weet, waar dit of dat te bekomen
is , en dat men derhalve dikwijls , inzonderheid
wanneer het geen artikel voor het dagelijksch gebruik
betreft , de stad moet doorloopen , eer men
iets vindt.
De scheepskapiteins en reizende kooplieden , wan¬
neer de tijd hunner afreis nadert, werpen dan het
overschot hunner ladingen in pakken gewoonlijk op
eene openbare verkooping , welke dan op deze
wijze, zoo goed als het gaan wil, weggeruimd worden.
Deze verkoopingen of venduen geschieden onder
de
i
. WW 'I*yi »'«;■> ,yr
▼ ^
( 49 )
^4‘ leiding en liet opzigt van bijzondere daartoe be¬
noemde ambtenaren , op bepaalde dagen , gewoon¬
lijk van 8 tot 10 ure ?s morgens, somwijlen ook
van 4 tot 6 ure des namiddags, op kleine bepaalde
plaatsen ; doeh ieder kan ze laten houden waar hij
wik — Eenige Joden hebben zich aan die bezig¬
heid bijzonder toegewijd; men noemt d ezel ven :
venduehouders. Het opgeld voor den kooper is
5 per cent, de kasten voor den verkooper zijn
82 per cent.
Voor het overige gaat men in Suriname nog
naar de oude maten en gewigten iti den handel te
werk, en houdt men de boeken en rekeningen in
guldens tot 20 stuivers Surmaamsch loopend of
papieren geld. ïn het dagelijksch leven rekent men
den gulden op 4 schellingen van 5 stuivers. — De
negeis rekenen gewoonlijk naar kaarten en noemen
cenc van f 2} wan learta ; in plaats van f 5 zeg¬
gen zij twenti sering of 20 schellingen ; ƒ ^ zijn
dne Jcarta en ƒ 10 is wan legie harta of eene
groete kaart.
V.
Voortbrengselen der Kolonie . Uitvoer en
tollen daarvan . Geldmiddelen .
*
3WRE
Suriname brengt, liet een door bet ander ge¬
rekend, jaarlijks op ongeveer 5oo grootere en klei¬
nere plantaadjen, 20 tot 20 millioenen ponden
ruwe suiker voort; 8 tot 4o millioenen ponden
koffij; i£ tot 2 millioenen ponden fijne boomwolle
en nog omtrent 5o,ooo ponden cacao, waarvan de
aanbouw wegens de al te lage prijzen van tijd tot
tijd geheel zal te niet gaan.
Rum wordt op verscheidene plantaadjen, doch
alleen tot eigen gebruik der Kolonie , gestookt , en
maakt geen artikel van uitvoer uit; gelijk ook de
dram , eene uit de overblijfsels van de suikei ge¬
maakte geringere soort van rum, alleenlijk voor de
negers bestemd is.
De stroop of de melasse vindt alleen aftrek bij de
Noord- Amerikaans che schippers , die dezeive tot ge¬
zette prijzen, ter betaling hunner producten, aan¬
nemen; zoodat koffij, suiker en boomwol de éénige
artikels van uitvoer der Kolonie zijn, welke uit¬
sluitend op Nederland sche schepen in de havens
van het Moederland moeten vervoerd worden.
Het
(5, )
Het meeste daarvan, ongeveer 5o tot Go ladingen ,
komt aan de markt van Amsterdam; 8 tot 10 la¬
dingen gaan jaarlijks naar Rotterdam ; omtrent twee
naar Middelburg ; zelden eene in eene andere haven.
Al deze producten moeten te Paramaribo in de
lands-waag worden afgewogen, alwaar de plantaad-
jen, waarop zij geteeld worden, tot voorkoming
van sluikerij moeten aangegeven worden. — De
vexkoopcr of inlader betaalt een gering waaggeld. —
De tol aldaar op den uitvoer is kortelings op 5
per cent vastgesteld geworden , en moet door den
afzender in dissels op twee maanden zigt op een
buis in Amsterdam , Antwerpen , Rotterdam of
Middelburg , aan de orders van den ontvanger
in Suriname, en wel in Ilollandsch loopend geld
gegeven, betaald worden. Bij ontstane geschillen
over den cours van het papieren geld aldaar tegen
de Nederlanclsche valuta , moet deze door den
Gouverneur, onder raadpleging met den Contróleur-
Ge n oraal van Financiën , bepaald worden.
Dit brengt onze aandacht op de geldmiddelen
der Kolome.
Er zijn in Suriname noch gouden , noch zilveren
munten, maar een voor de Kolonie gemaakt, en
bloot in deszclfs omtrek gangbaar papieren geld.
Hetzelve bestaat in obligatiën , van ƒ 20 tot f 100,
altijd met f 5 opklimmende ; verder in dergelijke
van ƒ 125 , f i5o , ƒ 1 7 5 , ƒ 200 , ƒ 25o, ƒ 5 y5 ,
f 4 00, ƒ 5oo en ƒ 600 Surinaamscli loopend geld,
D 2 die
\
*
' 2 'M
( •*» )
die -met twee stempels en de handteekeningen van
dm Gouverneur en den Controleur- Generaal van
Financiën voorzien zijn.
Het klein geld bestaat in kaarten van io, 1 5, 20,
5o en 5 o stuivers, f5 en ƒ 10, welke alle door
hare grootte en stempels van elkander onderschei¬
den zijn.
Dit papiergeld bestaat ongeveer sedert 5o jaren
cn had in den beginne , en nog eenen geruimen tijd
nadat het ingevoerd was, de volle daarop uitge¬
drukte waarde in HolJandsch loopend geld , zoodat
men , tegen een gering opgeld , klinkende munt
daarvoor konde bekomen.
Later , toen de massa daarvan begon te vermeer¬
deren, verloor het meer en meer, en nadat Suri¬
name ten tweedenmale door de Engelschen in bezit
was genomen, daalde het op ƒ48 pr pond sterling,
gevoïgelijk beneden de 26 per cent van zijne nominale
waarde , als een der nadeeligste gevolgen , hetwelk
de door het Gouvernement van Groot-Brittannië
op alle Hollandsche eigendommen gelegde secpies-
tratie te weeg bragt. Doch naauwelijks was de
Kolonie weder aan de Nederlanden terug gegeven,
of de waarde van het papieren geld begon te stijgen :
men gaf in het jaar 1816 ƒ i5o voor ƒ 100 Hol-
landsch loopend geld.
Door den invoer van Negers , welke in het jaar
1819 tot in het begin van 1822 plaats vond, en
die allen met wisselbrieven op buitenslands moesten
be-
• k •
( 55 )
betaald worden , viel de cours van dit papieren geld
op 280 ; doch nadat ook die invoer in den steek
gebleven was , en zonder andere oorzaken , dan het
gebrek aan Hollandsche valuta , eindelijk in den
loop van 1822 zei Is op f 260 voor f 100 Hol-
landsche waarde; ja thans (Februarij 1820) tot op
ƒ 275 gedaald is , en men vreezen moet , dat zulks
op f 000 vallen zal , indien het Gouvernement daar
niet in voor ziet.
Wanneer men over de oorzaken van dit ver¬
schijnsel nadenkt, zoo meent men deze het eerst
in de menigte van het omlo opende papieren geld en
in een miscrediet van hetzelve te moeten zoeken ;
doch , bij nadere bekendheid met de financiële
betrekkingen des Lands wordt men overtuigd , dat
de bronnen van het kwaad hierin alleen niet lig¬
gen • omdat de voorhanden massa van hetzelve met
de inkomsten des lands volstrekt in geene nadee-
lige verhouding staan.
Eene der voornaamste redenen daarvan is , naar
onze meening, de omstandigheid, dat het aller-
giootste gedeelte der Sunnaamsche eigendommen in
Holland of eldeis buitenslands te huis behoort , of
aan buitenlanders verpand is. Dit nu heeft ten
gevolge , dat bijna alle producten , welke de Kolonie
vooitbrengt , in naturel , naar Holland aan de
eigenaars of gevolmagtigden der crediteurs van de
plantaadjen moeten afgescheept worden, zoodat al¬
leen het weinige daarvan tot verkoop en in het
D 5 be-
( 54 )
bereik van bet Publiek komt, hetgeen de admi¬
nistrateur aldaar ten naasten bij tot voldoening
eener dringende behoefte daarvan moet afgeven ;
hetgene de van schulden vrije eigenaar , bij een
voor hem voordeelig tijdsgewricht , daarvan losma-
ken wil ; of hetgeen welligt op regterlijk gezag verkocht
wordt. Hieruit nu ontstaat eene onevenredigheid
tusschen de betalingen in het algemeen en tussehen
de middelen ter betaling , welke in het bereik van
het Publiek zijn , hetgeen dan natuurlijk , wanneer ,
zoo als thans gedurig het geval is , die betalingen
de voorhandene middelen daartoe verre overtreffen ,
eenen sterken aandrang naar producten en Holland-
sche wissels moet te weeg brengen, even zoo als
men bij dure tijden naar levensmiddelen ziet ont¬
staan.
Menig koopman , die in Europa crediet heeft ,
durft , om hetzelve niet te verliezen , zijne remisie
niet verschuiven , zoo waarschijnlijk en aanmerkelijk
zijn verlies daarbij is ; de heen- en weêrreizende
kan zulks nog minder , omdat hij zijne fondsen in
Europa tot nieuwe ondernemingen behoeft. Doch
ieder, die met reden bevreesd is , dat hij van de
tot den verkoop komende wissels en producten
niets , of niet genoeg voor zijne behoefte zal be¬
komen , tracht bet nu den anderen door een steeds
hooger opbod uit de hand te wringen, maakt
daardoor de markt meer en meer duurder , en ziet
de verdienste, welke hij onder zoo vele gevaren en
moei-
( 55 )
mo eijelijkheden meende gemaakt te hebben , plotse-
Ujk in rook vervliegen.
Van daar is het, dat niemand eigenhjk weet,
wat hij verdient of bezit , en van daar het knel¬
lende en nadeelige van dezen toestand voor alle
handeldrijvende klassen ; vooral degenen , wier in¬
komsten in Snrmaamsche gelden bepaald zijn ; doch
inzondei'heid voor de zoodanigen , die zich dooi
omstandigheden genoodzaakt zien , in Surinaams che
gelden uitgeleende kapitalen , grondstukken of an¬
dere effecten aan eencn anderen over te doen en
in Europesche valuten tot zulk een’ verderflijken
koers om te zetten : dit is klaar genoeg en wordt
meer en meer tastbaar.
Nog menige andere oorzaak kan er bestaan ,
welke dezen onheil aanbrengcnden toestand te weeg
brengt en daarvan de voortduring verlengt; doch
het ligt buiten het bestek van dit kleine schrift
om die bronnen dieper op te sporen, en middelen
ter verbetering aan de hand te geven. Wij hebben
met genoegen vernomen , dat aan de Regering zoo¬
danige plannen zijn voorgelegd geworden , welke ,
zonder aan den Lande aanmerkelijke opofferingen
te kosten , het kwaad van tijd tot tijd zouden kun¬
nen verminderen en eindelijk geheel uitroeijen.
Waarschijnlijk is het Koninklijk decreet van 8.
Maart 1822 , hetwelk beveelt alle uitgaande regten
in Hollandsche wissels te betalen, een gevolg daar¬
van geweest. Zoo ontoereikend deze maatregel voor
D 4 het
t
f S6 )
liet oogenblik ook zijn moge, zoo geeft dezelve toch
de geruststelling, dat dit voor de Kolonie, ja zelf*
voor het Moederland (hetwelk de terugwerkende
kracht van dat onheil ondervindt) hoogst gewiglig
onderwerp de opmerkzaamheid van het Nederlands ch
Gouvernement bezig gehouden hebbe, en het laat
zich van zijne wijsheid en van de vaderlijke gezind¬
heden des voor het welzijn van al zijne onderdanen
zoo zeer bezorgden Konings , met het volkomenste
vertrouwen , verwachten , dat , wanneer men het
kwaad eenmaal in deszelfs geheelen omvang kent ,
men ook niet zal verzuimen doelmatige middelen
daartegen te gebruiken.
/
- "• ..." ...
. V -■ ■••• :'uv, ■-
.
■
... . •- . . ■■ , - - . • V..
.
■
- .
-m -
<■ -ffi K
Paramaribo. IV oningen en tuinen. Gasthuizen
en andere gestichten voor I ranken. Bevolking .
Beschaving. Scholen. 'Poe stand der weten¬
schappen. Nijverheid der inwoners.
Paramaribo, de eenigste stad der Kolonie Suri¬
name en de zetel der regering (5° 02 ' N. B. —
55° 5/ W. L.) , ligt aan den linker oever der rivier
van denzelfden naam, ongeveer 4 uren van baren
mond verwijderd, en maakt langs der zei ver oever
een’ onregelmatigen langwerpigen vierhoek uit van
ongeveer een uur in omtrek.
<
De straten zijn, met uitzondering van weinigen ,
regt, breed en grootendeels met oranje- hier en
daar ook met tamarinden- en andere boomen be-
£et; zij zijn niet geplaveid; maar met eene soort
van schelpzand overdekt. Verscheidene straten
hebben verwelfde kanalen , waarin het water af
kan loopen ; anderen aan beide zijde grachten.
Van daai* dat de straten bij zware stortregens wel
nat , maar nooit morsig zijn ; ook is het nat bin¬
nen korten tijd weder afgeloopen en ingedroogd.
Men is zeer op zindelijkheid niet alleen op de
sUaten m dc stad , maar ook op de wegen buiten
D
o
tic-
I
f
*
( 53 )
dezelve, gesteld. — Vreemdelingen, die geheel de
West-Indiën doorgereisd hebben , verzekeren daar¬
om algemeen , dat geene andere stad van die ge¬
westen zich in dit opzigt met Paramaribo gelijk kan
stellen, alwaar niet alleen op de straten, maar ook
hoofdzakelijk in de huizen , de Hollandsche zinde¬
lijkheid uitblinkt.
Het fort Zeelandia ligt omtrent een geweerschot
met den stroom der rijder afgaande van de stad ,
en maakt als ware het de oostelijke punt van de¬
zelve uit. Het is voorzien met eene groote en/
schoone steenen caserne voor de troepen , met ver¬
scheidene ruime gebouwen voor de officierswonin¬
gen , met een schoon huis , waarin deze kunnen
spijzen en hij elkander komen (op welks torentje
de eenigste klok en uurwerk in geheel Paramaribo
is) , alsmede met eene bakkerij , geweermakerij en
zeer ruime magazijnen.
In dit fort bevinden zich ook de civiele en cri¬
minele gevangenissen der Kolonie.
Op den achtergrond van het groote en schoone
opene plein , dat zich tusschen het fort en de
eerste huizen der stad ui ts trekt , en naar de rivier
toe geheel open is, ligt het reeds tamelijk oude ,
maar nogtans niet onaanzienlijke gouvernementshuis ,
het gewone verblijf van den Gouverneur.
Eene schoone schaduwrijke laan van hooge tama-
rinden-boomen , welker takken een wel zestig voet
hoog, voor iederen zonnestraal ontoegankelijk ge¬
welf
>-■
r
i
V
( 59 )
welf van loof uitmaken , en clic zich van de woning
des Gouverneurs tot nabij het fort uitstrekt , maakt,
als het ware , het verband uit tus$chen dezen en
de stad, wier langste en schoonste, naar het noor¬
den uiterste straat , op eenigen afstand boven deze
laan en in eene gelijke rigting met dezelve haren
aanvang neemt z, en hetzij men van boven of van
onderen komc, een verrukkelijk gezigt oplevert. —
Bij eene achter de boomen van elke laan zich be¬
vindende bron was het, dat de Gouverneur VAN
SOMMELSDIJK in het jaar 1 688 door oproerige
soldaten vermoord werd. — Achter het gouverne¬
mentshuis ligt de daarbij behoorende fraaije en
groote tuin , en tussehen denzelven en de stad
loopt een aangename weg door eene voorstad , die
men QxOjnbe noemt, tot de nabij gelegene plantaadje
Ma retraite , welke weg, wanneer hij door de aan
de laatste plantaadje Tourtonne vervolgd wordt,
ons door eene zeer lange laan , de zoogenaamde
laan van Tourtonne , digt bij het hospitaal in de
stad terug brengt. In dit Conibe of deze voorstad ,
als ook op de wegen achter het fort, langs de rivier
heen , vindt men nog hier en daar fraaije huizen ,
welke gedeeltelijk door aanzienlijke familien besten¬
dig bewoond worden en die alle met groote en
kleine tuinen voorzien zijn.
In het algemeen vindt men in de meer land¬
waarts liggende deelen der stad , en overal , waar
het de ruimte toelaat, vele tuinen 5 hetgeen der
stad
stad ook zulk eenen aanzienlijken omvang geeft.
3Ien moet zich echter onder de aldaar zijnde tui—
nen öeene ^ooistellen , welke op de Europesche
wijze opgeschikt en versierd zijn.
Gewoonlijk zijn het tamelijk verwaarloosde met
heggen van limoenen of % ander houtgewas omgevene
met gras begroeide plaatsen , hier en daar met
eenige ooftboomen , kokospalmen en struiken be¬
plant , tusschen welke eenige moeskruiden aan ge¬
kweekt zijn.
De schoonste derzelve zijn naauwelijks met eenen
oidentelijken boeren tuin in Holland te vergelijken.
De i edenen , waarom men aldaar , waar de JYa—
tuur zoo milddadig is , niet meer zorg op den
tuinbouw en de verfraaijing van de tuinen aan¬
wendt , kan lioofdzakehjk daarin liggen , dat men
slechts weinig genot daarvan trekken kan ; men zou
in den tuin z elven moeten wonen , om er iets van
te hebben i want reeds tegen y ure des morsen s
wordt het warm, en voor 6 ure des avonds niet
weder koel; maar dan is ook te gelijk de scheme¬
ring daar en de muskieten beginnen lastig te wor¬
den. Hierbij komt, dat de schoonste bloemen al¬
daar niet voortkomen. Men kan geene hyacinthen ,
narcissen , leliën , tulpen , klaprozen , horten¬
sia , beerooren , anjelieren, kleine teedere mosro¬
zen , geen viooltje noch kamperfoelie aldaar vóórt¬
brengen ; maar men moet zich met zonnebloemen ,
asters , balsaminen , eenige soorten van razen , die
( 6i )
bijna zonder reuk zijn en met de aldaar inheem-
sche planten, meestal zonder geur, behelpen.
Men zou met de laatstgemeldc altoos een en tuin
kunnen versieren, want er zijn vele heerlijke strui¬
ken onder, 200 als: jasmijn , oleander, quassia ,
goudbeursjes (allemanda catharetica) , galanga , Chi-
ncsche malvenrozen, artisjokken (cactus), cassia
pulchra, rocou , indigo, wilde salie, verschillende
soorten van limoenen en aloë , enz. ; doch het zou
veel arbeidsloon kosten , en geen voordeel - aan¬
brengen / Dit laatste is eene genoegzame reden om
er geene te hebben.
De huizen in Paramaribo zijn , met uitzondering
van de Luthersehe kerk, het gebouw van het ci¬
viele Geregtshof en van een enkel particulier huis ,
gezamenlijk van hout en alle zonder uitzondering
met daksparren gedekt. Zelfs aan het Gouverne-
ments-huis is slechts de onderste verdieping van
.baksteen , al het overige daaraan is van hout.
Eigenlijke kelders zijn er in de geheele stad niet,
en slechts weinigen der beste huizen hebben ge¬
welven onder den grond van 6 voet diepte ; doch
de mees ten staan vrij , op lage ten hoogste eenen voet
in het vierkant dikke pilaren van baksteen, waarop
dan onmiddellijk het balkwerk geplaatst is. — Zoo
gebrekkig nu ook deze >\ijze van bouwen, bij buiten¬
dien zeer zwak houtwerk, schijnt, zoo heeft echter
de ondervinding bij z waren brand bewezen, dat zul¬
ke huizen zeer Aast staan, dewijl men zelfs oude en
t
bouw-
( G2 )
bouwvallige huizen van dien aard met alle moeite
niet neder rukken , ja zelfs niet omverschieten kon-
de , maar dezelve stukswijs moest afbreken.
Het uitwendige der meer fraaije huizen in Parama¬
ribo gelijkt veel naar de Hollandsche in de dorpen
aan de Zaan.
De huizen worden gewoonlijk ligt grijs, en de
deuren en vensters groen geschilderd; wanneer men
dezelve echter niet alle vier jaren oververft, zoo
wordt door den invloed van het weder het geheele
huis zwartachtig , hetgeen aan hetzelve een somber
en leelijk aanzien geeft.
Sedert den meergenoemden groo ten brand in Janu¬
ari] 1821, die 1200 gebouwen, waaronder 4oo
woonhuizen waren , vernietigde , kan zich Parama¬
ribo niet meer op vele fraaije en groote huizen
beroemen. Moeijelijk zal men er van dezelve nog
twaalf kunnen optellen , die dezen naam eeniger-
mate verdienen : want daar is geen huis dat , met
smaak gebouwd is, ten minste zoo niet, als men
ze doorgaans in de fraaije steden van Holland
ziet. — Daar benevens vindt men misschien nog
80 tot 100 dragelijke woningen* doch de overigen
zijn weinig meer dan barakken , welke , wanneer zij
geene openingen voor deuren en vensters hadden , en
hier en daar niet met olie- verf beschilderd waren,
met de houten kramen in onze groote steden , waarin
gedurende de kermissen allerlei voorwerpen te zien
zijn , veel overeenkomst zouden hebben.
De vier wanden van zulk een huis bestaan uit
plan-
( c.-; )
planken, die altijd omtrent eencii duim boven el¬
kander uitsteken, en op liet paal- en bindwerk
van het gei'aamte van liet huis derwijze vastgespijkerd
zijn , dat er de lucht wel door dringen , maar er
geen regen in komen kan.
De minste huizen hebben meer dan eene verdie¬
ping en van boven een gebroken dak (mansarde) ,
uit eene doorloopendc smaller of breeder kamer
of zaal en cenige slaapkamers aan de zijden
bestaande ; boven vindt men niets dan een paar
kamertjes onder dak. — Het voorste gedeelte van
bet huis, of gewoonlijk het voorhuis genaamd, is
somtijds geheel open , en maakt eene soort van
spreekkamer uit, indien het huis niet tot een an¬
der oogmerk ingerigt is. Somtijds is slechts de
eene helft open en de andere tot eene zijkamer
ingerigt; breedere huizen hebben doorgaans twee
zulke zijkamers.
In de achterste afdeelingen van het huis is ver¬
volgens de trap naar boven aangebragt en wordt de
overige ruimte tot eene voorraad- of spijskamer , al¬
daar bottelerie genaamd , en misschien nog tot een
kamertje gebruikt. Wanneer het huis eenigermate
• i
aanspraak op gemakkelijkheid maken zal , wordt de
achterdeur van hetzelve geopend op eene langs de¬
zelve 6 tot 8 voet breede galerij , van boven met
bogen overdekt, in welke men wel koffij en thee
pleegt te drinken , of zich met iets anders op te
houden , wanneer de zon voor op het huis
staat.
( 64 )
staat. Uit dezelve komt men op de plaats van
liet huis, die bij sommigen geplaveid, bij anderen
vastgestampt , en met schelpzand bestrooid is. Wan¬
neer nu deze plaats, hetzij ze groot of klein is, er¬
gens van achteren niet door eenen tuin begrensd
wordt, is zij gewoonlijk geheel van de tot het
woonhuis der familie behoorende naaste gebouwen
ingesloten. Bij planters en ambtenaars vindt men
daar gewoonlijk ook het kantoor , hetwelk slechts
de kooplieden in het voorhuis plegen te houden ;
vervolgens de keuken en verscheidene magazijnen ;
het wasch- dikwijls tevens het badhuis ; de rest
van de ruimte aan de zijden wordt eindelijk door
de woningen der Negers en andere inrigtingen tot
gemak ingenomen.
Goede huizen hebben op de plaats eenen gemet-
selden of ijzeren regenbak voor het water om te
drinken , alsmede eene bron voor de Negers en
tot wasschen geschikt. Maar, helaas l er zijn eene
groote menigte van dezelve, die noch het eene
noch het andere bezitten, en waarbij men zich op
de welwillendheid van zijnen buurman verlaat; doch
in de drooge jaargetijden, wanneer er dikwijls groot
gebrek aan goed drinkbaar water is , sluit een ieder
zijnen regenbak, en dan ziet men somwijlen lieden,
die om eene kruik goed regenwater meer dan om
eene flesch wijn verlegen zijn.
Heeft nu zoodanig ruim huis, waarvan wij zoo
even* eene beschrijving gegeven hebben , van boven
eene
tweede verdieping, onder van eenen kelder, eencn
fraaijen, al is liet ook maar kleinen tuin , en misschien
een vrij uitzigt op de rivier ; zoo bezit het alles ,
wat men zich met al zijn geld in Paramaribo van
dien aard aangenaams in staat is te verschaffen.
Eeni germate goed ingerigte en wel bewaarde hui¬
zen vindt men zoo van binnen als van buiten overal
met olieverf beschilderd , hetgeen het houtwerk on¬
gemeen bewaart en de insekten afhoudt. Zelfs de
vloeren en de trappen zijn op die wijze beschilderd.
Behangen kamers vindt men weinig , want daartoe
zou gevorderd worden , dat men de buitenwanden
van binnen met planken beschoot, hetgeen ze zeer
warm zou maken ; ook blijven daar , wegens de
lucht en de insekten , de behangsels slechts voor
eenen korten tijd in stand en moeten dikwijls ver-
nieuwd worden.
Doch alhoewel aan die kamers al dat sieraad ont¬
breekt , zijn er echter bij voorname en welgestelde
lieden met veel smaak opgeschikt , met spiegels ,
kandelaars , fraaije koperen platen , ook wel schilde¬
rijen , en in het algemeen met rijke meubelen voor¬
zien, zoodat men geheel vergeet, dat het een houten
huis is.
Men houdt zeer veel van die soort van weelde ,
alsmede van schoon en kostbaar tafelgoed van zil¬
ver , kristal en wedgwood. Men heeft daar alge¬
meen smaak voor , en men komt somtijds in eeii
E klein
4
( 66 )
klein onaanzienlijk huis , dat nogtans van binnen
met kostbaar huisraad voorzien is.
Glazen vensters komen thans meer dan voorheen
in gebruik • maar dewijl men ze in woonvertrekken ,
uit hoofde van de warmte, altijd moet laten open¬
staan, zoo verschaffen zij, behalve in slaapkamers ,
weinig voordeel, terwijl zij op groote onkosten loo-
pen; want indien men er slechts een of meer opent,
dan ontstaat er togt , die bij geheel opene vensters
en deuren niet merkbaar en ook niet schadelijk is.
De meeste lieden vergenoegen zich derhalve ook nu
nog , ten minste in hunne slaapkamers in de on¬
derste verdieping, met halve tralievensters of met
gespannen ramen Van groen gaas. Naar dien kant ,
waar de zon schijnt , alsmede bij zwaren regen ,
worden de ramen toegesloten , hetgeen altijd , wan¬
neer men glazen ramen heeft, insgelijks geschieden
moet. Bij droog weder is het stof in de stad zeer
lastig, en men kan zich, juist omdat alles open¬
staat, weinig daarvoor beschutten.
In geen Surinaamsch woonhuis is eene keuken ;
en dewijl men buitendien van geene stookhaarden
weet , zoo hebben zij ook geene schoorsteenen , en
in het algemeen het groote voorregt boven Euro-
peaansche huizen , bijzonder in groote steden , dat
men daarin noch van rook, noch van andere
stinkende dampen lastig gevallen wordt.
De huishuur was altijd duur in Paramaribo ; doch
' ' se-
sedert den brand , is zij wel tweemaal zoo boog
geklommen als te voren. De kleinste ellendigste
woning, wanneer zij niet geheel uit den weg ligt,
doet jaarlijks van huur f 12 tot f i5oo, eeneeenig-
zins betere ƒ 18 tot j 2S00 ; goede huizen ƒ 5 tot
f 5ooo Surinaamsch geld.
Alleen op Combo , of in gansch afgelegene ge¬
deelten der stad, kan men de huishuur een derde
gedeelte minder rekenen.
Hieruit en uit de meermalen aangevoerde duurte
der gewoonlijkste levensmiddelen en andere behoef¬
ten kan men besluiten, dat iemand juist niet zeer
prachtig behoeft te leven, om jaarlijks f 10,000
Surinaamsch geld in Paramaribo te verteren.
De bevolking der stad is niet bepaald op te ge¬
ven ; men kan ze met het garnizoen van het fort
Zeelandia , de zeelieden en de zich aldaar bij af¬
wisseling ophoudende vreemdelingen , ten hoogste
op 18 tot 20,000 zielen schatten : waarvan onge¬
veer 6000 vrije lieden van verschillende kleuren en
godsdiensten, doch de rest slavendienst verrigtende
kleurlingen en zwarte slaven zijn.
De stad Paramaribo bezit een groot ruim en wel
ingeiigt gasthuis , dat niet alleen voor de in de
Kolonie zich bevindende troepen bestemd, maar
ook voor zeelieden , vreemdelingen , ja voor een
ieder open is, wiens omstandigheden en middelen
niet toelaten, om in een burgerhuis verpleegd te
worden. Voor de zeelieden betaalt het schip, waar-
toe zij behooren. Vreemdelingen, blank-officiers ,
ot anderen, die nog eenige middelen bezitten f
moeten voor de verzorging, welke zij in het
gasthuis genieten, eene gepaste, maar billijke ver¬
goeding betalen ; wanneer zij geene middelen van
bestaan hebben of daarin sterven , dan vervalt het-
gene zij bij zich hebben aan het hospitaal.
Het bestuur en het opzigt van hetzelve is telkens
den chirurgijn-majoor van de aldaar zijnde troepen,
aanvertrouwd; hij bezoekt het tweemaal ?s daags
en heeft tot zijne medehulpen nog drie of vier of¬
ficieren van gezondheid , tot verschillende klassen
behoorende, die daarbij aangesteld zijn en waarvan
er eenigen in moeten wonen.
Het heeft zijne eigene apotheek , eenen bestuur¬
der van N de huishoudelijke zaken , eenen schrijver
enz. alsmede het noodig getal oppassers en slaven ;
ook bezit het een klein uur van de stad eenen
tuin , waarin vruchten , moeskruiden enz. voor het¬
zelve aangekweekt worden.
De Gouverneur bezoekt menigmaal dit weldadig
gesticht, welks goede inrigting men algemeen roerat,
en waarvan ook liet geringe getal zieken , die er in
sterven , kan getuigen. Volgens de van gouverne-
mentswege opgemaakte lijsten , stierven er van de
in de jaren 1817, 1818, 1819 daarin opgenomen e
3o34 zieke militairen, in all es 120.
Behalve de artsen in het hospitaal , die ook meer
of min praktijk in de stad hebben , zijn er in Pa¬
ra-
(69) *
ramaribo nog verscheidene bekwame geneesheeren ,
chirurgijns en vroed meesters ; insgelijks ook eenige
goede apotheken • ook eenige Joodsche.
Aan de Saramacca-rivier , ongeveer eene dagreis
van de stad , is een gesticht onder den naam van :
Voorzorg voor de ongelukkigen , die met de on-
geneeslijke melaats ch heid (lepra Araburn) belicht
zijn.
In de verschillende districten der Kolonie zijn
insgelijks gestichten , waarin lieden , tot de plantaadjen
behoorende, genees- en heelkundige hulp kunnen
vinden. Gewoonlijk staan de plantaadjen met zulk
eenen land- arts wegens hare zieken in een jaarlijksch
accoord , en de arts bezoekt dan geregeld op
zekere dagen de plantaadjen, doch wordt des
ïioods op alle tijden ontboden.
Daar in die klimaten de ziekten over het al¬
gemeen geen uitstel lijden, zonder dat men zich
aan het grootste gevaar blootstelt ; daar verder de
geneesheer , voorondersteld dat een bekwaam
man zij (hetgeen bij velen zeker het geval is, hoe¬
wel het zelden Medicinae-doctors , maar alleen chi¬
rurgijns zijn, die aldaar wonen), dikwijls ver af
woont, ook wel niet te huis gevonden wordt, en
er gevolgelijk op zijne spoedige komst niet gere¬
kend kan worden, zoo is het den Europeaan, die
op eene plantaadje ziek wordt, steeds te raden,
zich zonder eenig tijdverlies, in de stad, bij zijne
Vrienden of in het hospitaal te laten brengen. Aan
E 5
ve-
( 7 o )
velen kostte de vertraging Van slechts éênen dag
het leven.
Veel lof verdienen de inwoners van Paramaribo
wegens hunne onbaatzuchtige bereidwilligheid in het
verplegen van zieken , die door toeval of gastvrijheid
onder hun dak, of op eene andere wijze met hen in
eene nadere kennis gebragt werden • met opoffering
van tijd en nachtrust leggen zij zich dikwijls per¬
soonlijk dien menschlievenden pligt op, en ontzien
daarbij noch moeite noch kosten. Inzonderheid
zijn de vrouwen in Suriname in de uitoefening van
deze deugd roemenswaardig.
Er bestaat in Suriname geen heerschende of al-
gemeene godsdienst des lands ; de Christelijke gods¬
dienst van alle geloofsbelijdenissen , alsmede de
Joodsche , worden aldaar vrij uitgeoefend , en nie¬
mand wordt om zijn geloof benadeeld of achter
gesteld. De Gereformeerden, wier schoone kerk
door den brand in de asch werd gelegd , oefenen
thans hunnen godsdienst in de Luthersche kerk
uit , die verschoond is gebleven. Iedere gemeente
heeft haren bijzonderen leeraar. De Roomsch-Ka-
thohjke , ofschoon de kleinste , heeft er twee , en
houdt intusschen haren kerkdienst in een gewoon
huis , omdat ook hare kerk eene prooi der vlammen
is geworden.
De gemeente der Moravische broeders , uit om¬
trent vijf Duitsche familiën bestaande, heeft veie
aanhangers onder de Negers 5 het huis, waarin
zij
1
( 7i )
zij hunne godsdienstoefening houden, staat in het
midden van hunne op eene rij naast elkander
staande woningen , die door den brand verschoond
zijn gebleven. Zij houden hunnen godsdienst in
den Neger - tongval (Neger - engelsch) en hebben
daarin ook , ten gebruike hunner leerlingen , een
uittreksel uit het nieuwe testament laten drukken.
De godsdienst van alle overige Christelijke ge¬
meenten wordt in het Neger-engelsch gehouden. —
De zon- en feestdagen worden plegtig gevierd en
de kerken vlijtig bezocht.
Gedurende den godsdienst moeten alle openbare
huizen en koopwinkels gesloten zijn 5 op de straten
mag niet gearbeid en zelfs in huizen geen gedruisch
gemaakt worden, dat de godsdienstige aandacht
zou kunnen storen ; men staat hierop veel stren¬
ger, dan in vele Europesche steden.
De Joden worden in de Portugesche en Hoog-
duitsche gemeente gedeeld , waarvan ieder eene
fraaije synagoge heeft.
Openbare door het land onderhoudene scho¬
len bestaan er niet ; alle instellingen van dien aard ,
waarvan er vele voor beide seksen zijn , zijn bij¬
zondere ondernemingen, maar staan onder het op-
zigt eener school- commissie.
De kinderen worden daarin behoorlijk in de
Hollands che en Fransche taal , in het rekenen en
schrijven onderwezen. Wie hooger onderwijs ver-
E 4 langt ,
( 72 )
langt , moet zijne kinderen naar Europa zenden >
hetgeen ook zeer dikwijls geschiedt.
Behalve de kundigheden, welke men voor zijn
toekomstig bestaan of voor het bekleeden van een
ambt moet hebben , houden zich aldaar slechts
zeer weinige menschen met de wetenschappen op,
Waartoe het ook aan onderwijs en andere hulpmid¬
delen , zoo als bibliotheken, museums en geleerde
gezelschappen, geheel ontbreekt. Een boekhande¬
laar kan onder die omstandigheden aldaar ook niet
bestaan. Wil iemand een wetenschappelijk werk
hebben , zoo laat hij het zelf uit Europa komen.
Hollandsche romans , schoolboeken , almanakken , enz.
komen van tijd tot tijd als stukgoederen derwaarts ;
Wat zou hun dan te verkoopen overig blijven ?
Niettegenstaande dat is er sedert het jaar 1818
eene soort van boekhandel ontstaan , waarmede
eene voor de plaats tamelijk goede leesbibliotheek
Verbonden was ; maar ook zonder den brand , die
aan haar bestaan een plotseling en treurig* einde
maakte, zou zij aldaar bij een zoo klein lezend en
letterminnend publiek , even als andere inrigtingen
van dien aard, van tijd tot tijd te niet gegaan
zijn. — Meer te bejammeren is de, insgelijks door
dien brand in den steek geblevene, onderneming van
eenen bij C. G. SULPKE te Amsterdam, in de jaren
1820 en 1821 uitgekomen’ Surinaamschen Almanak,
van welken de zeer verdienstelijke President van
’ den
■
*
•vvVX,- , , •
'!»■! ", ffi*! E ■»■ ' . jj. ni.»iiiyiiyp|pi Biji .imyw^'i^r
' '•,}•• • * •■* ' '*■ '’ *■ *■ &‘i *' '".: ,, • J?V > ”
( )
den Hove van civiele Justitie aldaar , de Heer
Mr. LAMMENS , de redactie op zicli had genomen ;
een werkje , dat onschatbare en echte bijdragen tot
de kennis der Kolonie , alsmede een beknopt over-
zigt bevatte van hetgene daarover vroeger is ge¬
schreven geworden ; en waaruit wij gaarne bekennen
Veel ontleend te hebben.
De geleerde , die eenmaal door zijne liefde voor
de wetenschappen naar dat land gelokt wordt ,
rekene derhalve aldaar op geene hulpmiddelen, van
Welken aard die ook zijn; maar hij vóórzie zich
rijkelijk , en zoo volkomen als mogelijk is , in
Europa van alles , wat hij tot zijne nasporingen en
Verrigtingen mogt noodig hebben , wanneer hij zich
niet aan allerlei ontberingen wil blootstellen en
zynen kostelijken tijd verliezen !
Uit datgene , wat wij over den invoer en den
handel der Kolonie onzen lezers hebben medege¬
deeld , zal men reeds het besluit hebben opgemaakt ,
dat er , buiten de met den landbouw onmiddellijk
in verband staande handwerken , zoo als : metse¬
laars , timmerlieden , molenmakers , smids , kui¬
pers , enz. en de voor de behoeften der stad
noodzakelijke bakkers , vleeschhouwers en kleerma¬
kers , in Paramaribo weinig industrie van dien aard
kan plaats hebben , omdat men bijna al het overige
gemaakt uit Europa bekomt. Zoo is er inderdaad
in Paramaribo geen slotemaker , geen hoedenmaker ,
geen wagenmaker, die uit de ruwe producten iets
E 5
zou-
S>T‘Ï;,:'
-,->C
( 7^ )
zoude kunnen vervaardigen 5 geen zadelmaker nocli
lederweiker • geen geschikt boekbinder , geen
draaijer , geen bekwaam schrijnwerker, geen goed
horlogiemaker , maar nog minder een werktuigkun-
s tenaar of zoodanig iemand, die in staat zoude zijn ,
om in staal, ijzer, geel koper, hout of ivoor,
eenig fijn stukwerk, instrument, gereedschap of
kunstwerk te repareren, en nog minder te maken.
Heeft men derhalve het ongeluk , aan eenig stuk of
kunstwerk van dien aard iets te beschadigen , b]j
Voorbeeld een glas in een optisch instrument te
bieken, of dat de sangbodem van eene piano springt,
■\an eene viool of guitarre het lijm los gaat, men
liet middelstuk van een blaas-instrument breekt ,
enz. zoo zoekt men aldaar te vergeefs om hulp •
wanneer men het stuk niet weg wil werpen , moet
men het om het te laten repareren naar Europa
zenden.
Men begrijpt wel, dat, wanneer hierdoor de
aftrek van voorwerpen van geringere waarde aan¬
merkelijk grooter is, deze omstandigheid daarente¬
gen voor den verkoop van voorwerpen van weelde
en kunst groote zwarigheden te weeg brengt; dewijl
men deze liever wil missen , dan dat men zich op
zoodanige wijze aan der zei ver vei’lies zou willen
blootstellen.
Eigenlijke kunstenaars , zoo als teekenaars , schil¬
ders , beeldhouwers , plaatsnijders , graveurs , be¬
kwame juweliers enz. zal men derhalve zoo veel te
min-
( 7$ )
minder willen zoeken in een land , waar naauwelijks
de allernoodzakelijkste handwerks- en ambachtslie¬
den te vinden zijn • ook zouden zij aldaar moegelijk
bun bestaan vinden , veel min bun fortuin ma¬
ken • doch aan broddelaars in alle vakken is er
daarentegen een groote overvloed.
'i
Bij dezen toestand Van zaken, zal men niet ver¬
wachten, dat bet met de muzijk veel beter gesteld
is. — Zij heeft ook daar , zoo als overal , bare
liefhebbers , die echter , omdat hun aantal zoo ge¬
ring is , van ieder beter genot moeten afzien. Het
ontbreekt doorgaans aan goede leermeesters ; en
zoo lang men deze ontbeert, zal die kunst aldaar
in hare kindschheid moeten blijven.
VII.
«
VII.
Het bei gen» Gastvrijheid, Over den beschaafden
toon in de gezelschapje en. Sociëteiten. Open¬
bare vermakelijkheden. Leefwijze. Keuken.
Bediening. Kleeding. falen. Bemerkin¬
gen voor Duitschers , die naar Suriname
willen reizen .
— - — — —
Er zijn in Paramaribo geene eigenlijk gezegde
herbergen • maar wel eenige particuliere huizen ,
waar ( vreemden onder dak kunnen komen en die
gemakkelijk te bevragen zijn.
Ondertusschen is het in zulke huizen zeer duur
wonen , en men moet , al naar men leeft , dagelijks
ten minste 25 tot f 5o Surinaamsch geld, of 10
tot ƒ 20 en ƒ 24 innerlijke waarde besteden. Wan¬
neer men derhalve langer in de stad blijft, moet
men dadelijk naar eene wroning omzien , en zoo
mogelijk in een burgerhuis zich in den kost beste¬
den , en daar dit dikwijls niet o ogenblikkelijk te
vinden is , zoo zal hij , wiens middelen niet toela¬
ten om zoo veel te besteden , wel doen zich met
den Kapitein van het schip, waarmede hij gekomen
is , te verstaan , ten einde deze hem zoo lang aan
boord herberge , totdat hij eene geschikte gelegen¬
heid
(77 )
heid gevonden heeft om onder dak te komen.
Hieraan nu ontbreekt het geenszins , wanneer men
zich slechts eerst met de plaatsehjke gesteldheid al¬
daar bekend gemaakt heeft.
De in oudere beschrijvingen van Suriname , zoo
dikwerf — en zonder twijfel met reden — geroemde
gastvrijheid van deszelfs inwoners , is ook heden ten
dage nog niet geheel verloren ; alleen moet men
ze thans onder geheel andere omstandigheden , niet
meer op die wijze , hopen aan te treffen , zoo als
zij misschien in vroegere tijden , toen men zich al¬
daar over het algemeen in betere en ruimere om¬
standigheden bevond , en toen ook slechts zelden
vreemdelingen zich daarheen begaven , uitgeoefend
is geworden.
De huizen in Paramaribo zijn , zoo als wij reeds
zeiden , meestal klein , hebben weinig vertrekken ,
en zijn gewoonlijk niet geschikt om eenen vreemde¬
ling behoorlijk te ontvangen , ten zij het huisgezin
van alle eigene gemakken afzie.
Maar ook behalve ruimte en gemak, welke de,
meeste inwoners sedert den brand zelve moeten
ontberen , wordt de herberging van vreemde lie¬
den , die niet veel kosten kunnen maken , reeds
lastig ten aanzien van de duurte der levensmidde¬
len. — Onder zulke omstandigheden derhalve kan
de vreemdeling , wanneer hij aldaar geenen vriend
heeft, die hem herbergt, er billijkerwijze niet op
rekenen, om zijn’ intrek te nemen zelfs bij zoo-
da-
( 78 )
danige personen , aan welke hij brieven van aanbe¬
veling mogt hebben , of met welke het toeval hem
het eerst bekend mogt maken 5 echter daarop kan
bij staat maken, dat het huis van eenen vriend
gastvrij voor hem zal openstaan. Hij zal in geen
huis komen , zelfs niet in dat van een* minder ge¬
goede , zonder dat hem niet eene ververs ching met
bartel ij ke vriendelijkheid aangeboden wordt. Vindt
hij het huisgezin aan het ontbijt , het middagmaal
of aan de thee • of is het voornemens iets te nut¬
tigen , hij is daarbij welkom en kan zonder pligt—
pleging daaraan deel nemen.
Doch in verscheidene groote huizen treft men
dagelijks vreemdelingen en inwoners aan , die te gast
genoodigd zijn ; hier is de ware gastvrijheid te huis
en de beschaafde vreemdeling, die daar eenmaal
ingeleid is, vindt er steeds een vriendelijk onthaal:
en zekerlijk, wat den gezelligen omgang betreft,
het aangenaamste , wat het verblijf in Paramaribo
aanbiedt.
In de gezelschappen heerscht opgeruimdheid en
ongedwongenheid ; men is daar niet trotsch op
zijn geld , rang of titel , hetgeen dikwijls in Europa
zoo hinderlijk is ; ook de minder aanzienlijke ,
minder rijke is vrij in zijne manieren 5 en neemt ,
zonder voor eenige minachting bevreesd te zijn ,
den rang in het gezelschap in, dien hem zijne
persoonlijke hoedanigheden aanwijzen en verze¬
keren.
In
\
/
In het algemeen zijn in Suriname natiën, standen
en godsdiensten niet zoo stei'k van elkander afgeschei¬
den , als in Europa ; men is verdraagzaam en der¬
halve gezellig, en ofschoon de aldaar wonende Engel-
schen en Franschen , van welke er echter weinigen
zijn, meer op zich zelve leven, zoo maken daar¬
entegen de aldaar sedert lang inheemsche Euro-
pesche familiën , met de Hollanders en Duitschers ,
als het ware slechts ééne natie uit.
De vrije lieden onder de kleurlingen der Kolonie
maken in eenen zekeren zin eene eigene klasse of
caste uit , die , ten aanzien van den gezelligen
omgang, bij de blanke bewoners moet achterstaan.
Intusschen zijn de verbind tenissen en betrekkin¬
gen , waarin de blanken met de kleurlingen staan ,
zoo verschillend , en is de minder gemeenzame
omgang met de kleurlingen geenszins van dien
aard , dat zij de eensgezindheid der inwoners ,
maar nog minder de rust der Kolonie, zou kun¬
nen verstoren. *
Vele kleurlingen bekleeden openbare ambten,
zijn schoolhouders, kantoorbedienden enz. en men
vindt onder hen vele brave en beschaafde menschen.
In Paramaribo zijn drie zoogenaamde sociëteiten
of geslotene collegiën. De Joden, die in dez elven
geenen toegang hebben, hadden er, vóór den
brand , insgelijks eenige onder elkander , die sedert
dien tijd te niet gegaan zijn.
Het voornaamste dezer gezelschappen , aldaar
- - - .... -• i r.
■ ...
• ; '• . - "
— - - -
( 3o )
onder den naani van de Sociëteit bekend , bestaat
uit overheidspersonen , planters en administrateurs
van den eersten rang , als ook uit eenige der voor¬
naamste ambtenaars en regtsgeleerden • door een
medelid kan ieder voor zulk eenen kring voegenden
vreemdeling geïntroduceerd worden.
liet tweede gezelschap van dien aard : Unie ge¬
naamd , bestaat uit meer verschillende klassen van
menschen. In hetzelve vindt men ambtenaars ,
kooplieden en andere burgerlieden , alsmede Hol-
landsehe scheepskapiteins.
Het derde eindelijk is de militaire Sociëteit in
het fort Zeeiandia voor officiers en militaire be¬
ambten; ook burgers hebben er toegang, en kun¬
nen als leden aangenomen worden.
Ook bezit Paramaribo eene vrijmetselaars-loge ,
alsmede eene afdeeling van de Maatschappij : Tot
nut van ? t algemeen , die over geheel Nederland
verbreid is.
Andere gezelschappen zijn er niet , en ik zoude ,
behalve eene maandelijksche voorstelling in de lief—
hebberij-eomedie aldaar, geene openbare vermake¬
lijkheid of uitspanning weten te noemen. Dorpen ,
of openbare tuinen, waar men tegen den avond
naar toe zoude kunnen wandelen of rijden , en
daar thee drinken of eenige verversching gebruiken,
worden er niet gevonden.
Even zoo min openbare bals en dergelijken. Het
ontbreekt wel is waar dengenen , die een liefhebber
van
van dansen en daar eenigermate bekend is, daar¬
toe met aan de gelegenheid, inzonderheid wanneer
het hem niet aanstootelijk of beneden zijnen rang
schijnt , deel te nemen aan somwijlen zeer fraaije
bals, waarop dames verschijnen, die tot de kleur-
lingen belmoren.
^ De Engelsche familiën geven zelden bals ; de
Gouverneur somwijlen bij hooge naamfeesten , waar-
bij echter gewoonlijk de leden der llegering, offi¬
ciers en civiele ambtenaren toegelaten worden.
Dewijl aldaar het onderscheid tusschen den lang-
Sten en kortsten dag ten hoogste 20 minuten be¬
haagt, zoo kunnen de dageljjksche bezigheden ook
zeer gelijkvormig ingerigt worden. Te 6 ure des
morgens is het jaar uit jaar in helder dag • te 6
ure des avonds gaat de zon onder; te halfzeven
is liet nacht. — Gedurende de werkdagen en ge¬
urende de dagen, Waarop het geregtshof zitting
louat , worden de bureaus tegen 9 ure des morgens
geopend , en tusschen 12 en 1 ure gesloten, wan¬
neer alle openbare bezigheden ophouden. De kan
toren der planters vindt men Lts vroeger open:
maar de koopwinkels bijna zoo lang als het dag is’
Des avonds is alles gesloten en bij kaarslicht wordt
gevvoonhjk mets verkocht en over het algemeen niet
rr W T Da 6 U1'e m°8en er geene goe-
te^ii geost, geladen noch vervoerd worden. —
1 e d ure des ^avonds moeten de soldaten in hunne
casernen de matrozen ^ i
’ ozen op hunne schepen zijn;
zendt
( 3q )
zendt men na dien tijd , welke door een schot Van
het fort wordt aangekondigd , nog eenen slaaf
uit, zoo moet hij met een briefje van zijnen
heer voorzien zijn , anders wordt hij door de
wachten of patrouilles aangehouden, hetgeen zijnen
heer f 6 kost.
De leefwijs in Paramaribo wijkt zeer van ' de ge¬
wone Europeaansche af, maar komt de Engelsche
en die der zeesteden op het vaste land meer nabij.
Men drinkt des morgens thee, kofïij of choco¬
lade; te 12 ure wordt bijna altijd een déjeuné d
la fourchette gebruikt, en dan van 2 tot 4 ure
een middagslaapje genomen.
Men gaat zich vervolgens aankleed en, zit of wan¬
delt bij de nu aankomende frissche koelte tot om¬
trent 6 of 6* ure, wanneer men zich aan tafel zet.
Men blijft gewoonlijk tot omtrent 8 ure aan dezelve
zitten , wanneer er koffij , thee en likeuren rondge¬
diend worden , waarop vervolgens bij schoon weder
nog eene wandeling door eenige straten der stad
gemaakt , en het overige van den avond in het
een of ander gezelschap wordt doorgebragt.
Lieden , die op hunne gezondheid gesteld zijn ,
gaan tusschen io tot 12 ure slapen, omdat men
bevonden heeft, dat gebrek aan nachtrust en de
late avondlucht, alsmede het vele wandelen in de
maneschijn , daar bijzonder nadeelig is.
De Surinaamsche keuken is noch de Fransche,
Hollandsche , noch Engelsche; maar heeft van allen
iets ,
( 83 )
iets , en maakt om deze reden , en wegens de vele
dm luchtstreek eigene spijzen , eene soort op zich
zelve uit. De Europeaan, van welke natie hij ook
7’ «ewent zic}' spoedig daaraan, en dit is in het
algemeen een bewijs, dat zij goed moet zijn. Met
uitzondering van het kalfsvleesch , dat zelden te
bekomen , en van het rundvleesch , hetwelk gewoon-
hjk mager en slecht is, heeft men veel ander
vleesch , zoo als: schapen- en varkens- vleesch , ge-
\o5c te , alsmede verscheidene soorten van visch
ZOO goed als in Europa. Steeds heeft men gebrek
aan vele andere dingen en inzonderheid aan de
smakelijkste van onze moeskruiden , zoo als asper-
sies en bloemkool, alsmede aan alle Europesche
ooft-soorten 5 doch er zijn eenige smakelijke beziën
cn boomvruchten , die als moeskruid of ingemaakt
goed kunnen gebruikt worden.
Desniettegenstaande kunnen zelfs die soort van
menschen, Welke gulzig en lekker eten , alles vinden
wat z,j verlangen , en de tafels der aanzienlijke hui¬
zen zijn van dien aard, dat men er in de hoofd-
fa 17, «“«• »1 aantref-
9 e beter en zoo wel voorzien zijn.
J7*',ye“ e“”S sel“1 ™J8*fae slaven , die
geld d, enen en onder welke men relden roede
dienstboden vindt, moe. men i„ Suriname, , en
:z: <•* »*»“
enen. Wte geene slaven 1» eigendom heeft, „f
hebben wd, kan er eenen huren. He. loon „„
F 2
)
eene
( 84 )
eene gewone dienstmaagd is ƒ 7 in de week , welke
zij aan haren meester moet geven • wil men der¬
halve van zulk een mensch gewillige diensten heb¬
ben , zoo moet men dit, door kleinigheden aan
haar te geven , trachten te bereiken , dewijl men
anders niets van haar gedaan kan krijgen dan het-
gene men haar beveelt en wel het volstrekt nood¬
zakelijke 5 dit alles zal behalve den kost , dien men
haar geeft, voor de geringste dienstmeid, op ƒ 12
in de week beloopen. Keukenmeiden en naaisters
kosten wel tweemaal zoo veel. Kinderen heeft men
tot een’ billijker prijs ; daarentegen kan een sterke
en geschikte neger dagelijks ƒ21 tot ƒ 5 verdie¬
nen. Daar zij van een’ tragen aard en meestal
tot ééne soort van arbeid geschikt zijn, zoo ge¬
bruikt men daar ook veel meer huisbedienden dan
in Europa, hetgeen niet weinig bijdraagt, om de
leefwijs zoo duur te maken. In de huizen van ge¬
goede lieden heeft ieder kind zijne eigene oppaster of
bediende. Men heeft bijzondere meiden voor de
keuken , ook wel nog een’ kok • anderen voor de
wasch , anderen om voor de zindelijkheid van het
huis te zorgen. Indien men paarden houdt, zoo
wordt er , wanneer ze goed zullen opgepast wor¬
den, voor elk paard een neger vereischt; indien
men eenen tuin heeft of beesten houdt, zoo moe¬
ten daarvoor ook bijzondere lieden zijn. Het spreekt
van zelf, dat de heer en de vrouw nog buitendien
hunne bijzondere bedienden hebben , die hen aan-
kleq-
(85)
kleeden, over tafel bedienen en hen begeleiden
wanneer zij uitgaan , enz. — Hoe rijker en voorna¬
mer men is, des te grooter is het getal der bedien¬
den; men vindt er in vele huizen 20 of 3o.
Deze huisslaven zijn gewoonlijk in goede huizen
zindelijk en net naar lands gebruik gekleed , in¬
zonderheid de meisjes. Men beschouwt hen als
eene soort Van luxus. — Op feestdagen ziet men
ben wel in fijn chits en neteldoek gekleed en
met versiersels van goud en kralen bedekt. De
toestand dezer menschen, zoo als die der slaven
in het algemeen , hangt geheel en al af van de ge¬
moedsgesteldheid hunner meesters ; is hun meester
goed en menschlievend , zoo kan hun lot niet al¬
leen zeer dragelijk, maar dikwijls goed genoemd
worden; in het tegenovergesteld geval hebben zij
het ook des te slechter.
Niettegenstaande dit alles, kan men echter in het
algemeen het karakter dezer klasse van menschen niet
boosaardig noemen • hetgeen voor het overige ,
wanneet het zulks was , slechts een natuurlijk ge¬
volg van hunnen toestand zoude zijn, waardoor zij
aan al de nukken hunnes meesters zijn blootgesteld.
Er zijn er zekerlijk, die tot alle slechtheid in staat
zijn ; maar onder welk volk en in welk land vindt
men zulks niet ? en dan nog wanneer de slaaf
slecht is , of wordt , is het in de meeste gevallen
aan den Heer zei ven te wijten , die hem welligt ver¬
wende , niet in tenen zekeren afstand, of niet
F 5
on-
onder de noodige tucht of onder zijn opzigt hield ;
maar ook , dikwijls , slechter van zeden en karakter
dan de slaaf, hem slechte voorbeelden gaf. _ In
goede huishoudingen, en inzonderheid bij brave
en vriendelijke menschen, vindt men ook doorgaans
goede en brave slaven, en hoort men zelden
of nooit van slechte daden : en dit is bewijs ge—
noeg.
De verkleefdheid, welke zij, inzonderheid voor
hunnen meester, in wiens huis zij geboren zijn,
hebben , is groot en opregt ; zij beminnen deszelfs
kinderen als eigene, en leggen gedurende hun gan-
sclie leven de giootste toegenegenheid aan den dag
bij diegenen, welke zij zoogden of opvoedden.
Schenkt iemand de vrijheid aan eenen slaaf, en
verlaat deze het huis van zijnen voormaligen gebie¬
der, dan beschouwt hij zich echter gedurende zijn
gansche leven nog als deszelfs dienstknecht en is
op ieder oogenblik tot zijnen dienst gereed.
De kleeding der Europesche familiën in Surina¬
me , alsmede die van ,de betere klasse der vrije
kleurlingen , is even als de onze , doch naar het
klimaat gewijzigd; men draagt de zomerdragt der
hoofdsteden van ons werelddeel. Door de vele
aankomende vreemdelingen ontbreekt het niet aan
voorbeelden , en , in de koopwinkels aldaar , zelden
ol nooit aan stoffen voor de nieuwste modes , en
de kleermakers in Paramaribo behoeven voor de
Europesche niet onder te doen. Men is in alle
stan-
(87)
standen zeer op eene nette kleeding , voornamelijk op
schoon linnengoed , gesteld. Mannen dragen ge-
woonhjk ondergoed van wit linnen of van boom¬
wollen stoffen; in huis, op het kantoor, ook wel
Wanneer zij des morgens om hunne bezigheden uit-
gaan, eenen dergelijken korten rok, aldaar rabadje
genaamd.
Wanneer men bezoeken geeft of ontvangt , dan
trekt men een’ laken sehen rok aan. Bij rouw, die daar
algemeen in gebruik is en lang duurt , kunnen de
mannen niet buiten eene zwarte kleeding van laken
of kasimir: eene voor dat klimaat verkeerde ge¬
woonte I
De Surinaamsche vrouwen kleeden zich meestal in
fijn neteldoek of perkal ; de witte kleur en de En-
gelsche mode zijn de heerschende ; zeer zelden ziet
men een gekleurd kleed. — Bij zwaren rouw wordt
zwart merinos en taf gedragen.
De dames aldaar beminnen den opschik en weten
zich met smaak te kleeden. Zij versieren zich het
liefst met echte kralen en granaten. Fraaije , ge¬
kleurde steenen en echte paarlen ziet men weinig.
De voornaamste taal in Paramaribo , en in welke
ook alleen alle openbare zaken verhandeld worden ,
is de Ilollandsche. Men hoort echter ook veel
Engelsch , somwijlen Fransch en Hoogduitsch spre¬
ken ; bij eemge Joodsclie familien blijft men het
Portugeesch spreken. Voor al deze talen zijn bij
de geregtshoven beëedigde translateurs aangesteld.
F 4 Dc
s
V
( 88)
De taal van alle créoles (aldaar geborene , even¬
veel van wat kleur) onder malkander is een tong¬
val welken men neger- of bastaard-engelsch noemt,
en ,e int Engelsche , Hollandsche , Portugesche en
Negerwoorden zamengesteld is, volstrekt geene
spraakkunstige -regels heeft, en over het algemeen
zoo weinig beschaafd is , dat zij zeker niet als
schrijftaal gebruikt kan worden.
Men moet derhalve dit patois of gemeene volks¬
taal geheel alleen door den omgang leeren. Gemak¬
elijk begrijpt ieder daarvan het allernoodzakelijkste;
maar dewijl de taal van den neger beeldrijk en
raadselachtig is, Z00 blijft er voor den Europeaan,
zelfs na een veeljarig verblijf, nog veel overig, dat
onverstaanbaar 1 s$ en alleen die uitlanders , welke,
landen tijd op plantaadjen woonachtig, dagelijks
met vele negers omgegaan hebben, zullen die taal
in haren ganschen omvang leeren.
Ik kan deze afdeeling niet eindigen , zonder een
paar woorden te schrijven voor diegenen mijner
landgenooten, welke voornemens zijn naar Suri¬
name te vertrekken , om aldaar hunne zoogenaamde
fortuin te maliën.
Gewoonlijk ontstaat zulk een besluit bij jonge
lieden, die het in Europa niet kunnen uithouden ,
die in hunne betrekkingen geen behagen schep-
pen ;
of gene Duitscher aldaar zeer rijk geworden is.
Doch men bedenkt niet, dat terwijl het éénen
gelukt is, om, na menige moeijelijke poging, na
gedurende eene lange reeks van jaren, met allerlei
mo eijelijkheden en gevaren gekampt , en vele op¬
offeringen gedaan te hebben , eindelijk dat doel te
bereiken , er misschien 99 langs dien weg, en on¬
der dergelijke pogingen, gestorven of te grond ge¬
gaan zijn ! r
In vroegere tijden , toen bijna niemand naar de
Oost- of West-Indiën ging , dan die te huis zich
niet wel gedroeg • toen liet kleine Holland voor
zijne uitgebreide Oost- en West-indische bezit¬
tingen om menschen zoodanig verlegen was, dat
aldaar de schandelijke zoogenaamde zielverkooperij
gedreven werd; in die tijden, toen in Suriname,
uit gebrek aan andere voorwerpen , de op de plan-
taadjen dienende blanken, die stierven of weder naar
het Moederland vertrokken, alleen konden vervan¬
gen worden door uit den dienst ontslagene sol¬
daten, matrozen, enz. ja toen konde een Duit-
scher of eenig ander buitenlander, die zich nood¬
zakelijk wist te maken, op fortuin rekenen, en
uit die tijdeu alleen dagteekenen ook nog de wei¬
nigen onzer Duitsche landgenooten , die in Suriname
rijk geworden zijn. In de tegenwoordige tijden
zal het een buitenlander moeijelijk tot die hoogte
brengen l
F 5 De
*
I e laatste dertig jaren , welke in Europa eene
gekeele omkeering te weeg bragten, hebben ook
m Suriname groote, ja ongehoorde veranderingen
m alle betrekkingen veroorzaakt. Eene dier ge-
wigtigste veranderingen is deze: dat het aldlr
1U geenen deele meer aau menschen ontbreekt • en
wanneer het in het een of ander beroep of kunst
aan één bekwaam individu ontbreekt, zoo zijn er
tien anderen te vinden. De Administrateur aldaar
heeft thans de keus tot het bezetten der vacerende
posten op de plantaadjen onder een aantal jonge,
ten deele beschaafde lieden uit bijna alle standen,
die of uit neiging tot planters verkozen opgeleid te
Worden, — of door wederwaardigheden, te leur
gestelde verwachtingen , enz. daartoe moesten be-
sluiten.
Onder de eersten zijn vele jonge Hollanders, die
dan toch door vrienden of familie - betrekkingen
eenmaal uitzigt op bevordering hebben. Maar welke
blijft er voor den Duitscher over , wien dit alles in
Holland ontbreekt? ten hoogste deze: van, na
duizend doorgestane moeijelijkheden en gevaren ,
wanneer hij zeer braaf en spaarzaam was, zijn
leven als Directeur eener plantaadje, ver van zijn
vaderland verwijderd en zonder schulden na te laten ,
onder Negers , te eindigen. _ Om zulk eene for¬
tuin te maken behoeft men, mijns bedunkens,
niet uit Duitschland te gaan !
Het is derhalve niemand aan te raden,
wanneer
( 91 )
hij zijn brood in het vaderland of ergens in Europa
heeft, het daar onder duizend smartelijke ontbe¬
ringen te zoeken. De evenredigheid tusschen de
zekere gevaren en de onzekere uitkomst is al te
groot !
Als koopman zou hij het nog eenigzins kunnen
Wagen 5 hier staat hem niets in den weg , dan de
algemeene mededinging. Hij zal leergeld moeten
geven • maar , is hij geen stiefkind der geluksgodin
(wier gunst overal bij dezen stand beslist) , zoo kan
hij zich nog altijd zeer goed redden. — Een be¬
kwaam Medieinae doctor en chirurgijn kan daar ook
goed voortkomen , doch hij moet daar niet naar
toe reizen, zonder middelen ter bestrijding zijner
imigting te hebben. Men moet er veel geld ver¬
teren, het leven is gewoonlijk kort, derhalve de
tijd dierbaar !
Vermogen over zich zelven, groote liefde tot
werkzaamheid, spaarzaamheid en volharding; wie
deze eigenschappen met nuttige kundigheden, en
eene zekere vaardigheid in eenige kunst gepaard,
bezu, die kan het wagen; hij echter, die dit niet
heeft, blijve te huis: een bitter en vruchteloos na¬
berouw zouden er anders de gevolgen van kun¬
nen zijn !
VIIL
VIII.
Een uitstap naar het land.
Ia den grooten droogen tijd van het jaar , van
Augustus af tot aan het einde van October, leve¬
ren de plan taad jen , inzonderheid zulke, die aan
de oevers eener groote rivier of aan de zeekusten
liggen , een ongemeen koeler en aangenamer ver-
blijf op, dan de stad.
In dezen tijd hebben dan ook de groote vacant ie-
dagen der gerigtshoven en der scholen plaats , en ie¬
der, wiens omstandigheden het toelaten , maakt daarvan
gebiuik, om eenen uitstap naar het land te doen.
Daai nu ook inzonderheid tegen het einde van dat
j aai ge tijde de heete koortsen, welke onder dat kli¬
maat te huis belmoren , het menigvuldigste en ge¬
vaarlijkste plegen te zijn , zoo tracht men het ge¬
vaar door zulk eenen uitstap naar het land te
ontwijken • ofschoon zich dikwijls menig een , we¬
gens onmatigheid, aldaar eene ziekte, ook wel den
dood op den hals haalt , waaraan hij misschien in
de stad ontkomen zoude zijn. — Dit is dan ook
de gewone tijd , waarop de Gouverneur zijne in-
spectie-reis naar het militair- cordon, alsmede de
heeren Administrateurs de ronde op de aan hun
be-
bestuur toevertrouwde plantaadjen doen. — De
naar de havens van het Moederland bestemde vloot,
die gewoonlijk in den herfst vertrekt , is in het be¬
gin van Augustus gro o tendeels afgezeil d ; de reede
wordt ledig , in den handel gaat weinig om , cn het
Stadsleven wordt stiller en eentoonigcr.
Zij, die geene bezittingen, geene adminis traliën
hebben , voegen zich bij hunne vrienden • men be¬
spreekt tijd en plaats voor de bijeenkomsten , — en
zoo ziet men de eene boot na de andere , met
Vi olijke gezelschappen , blijmoedig de rivier afvaren.
Niet alleen in den droogen tijd kan men naar het
land gaan, maar ook in eiken anderen 5 echter worden in
den legentijd de reistogtjes in menigte streken mo ei¬
jelijk gemaakt, hetgeen dan evenwel aan de zee¬
kusten, waar het minder regent, dikwijls zoo veel
te aangenamer is. Ook is liét om het land door
te reizen en overal een gastvrij onthaal te vinden
geenszins noodig , dat men met een voornaam man
of onder diens bescherming réize : o neen! dit kan
zeker veel gemak te weeg brengen, maar tot de
zaak doet het niets af.
Heeft men op de plantaadjen slechts eenige goede
kennissen, en voorziet men zich met aanbevelingen
voor de omstreken, waar men zoodanige goede
kennissen niet heeft, zoo kan men geheel alleen,
ten hoogste met een en jongen als bediende, in
eene met 4 of 5 goede Negers bezette tentboot de
geheel e Kolonie langs reizen, zonder (de kosten
van
( 94 )
van het vaartuig en der dranken , die men mede
neemt uitgezonderd) eenige beduidende onkosten
te maken Overal, waar men aankomt, bekend of
onbekend , wordt men vriendelijk ontvangen, gastvrij
onthaald, en des noods met raad en daad bii-
gestaan. *
Wanneer het er iemand bevalt, laat men zijne
angmat vastmaken, en hij kan daar overnachten
® 2,3,8 da§en LIlJven , of zoo lang als hij ver¬
kiest. Op vele eenzame en verre van de stad af¬
gelegene plantaadjen is men blijde, wanneer er maar
een M-ecind bezoek komt, en men stelt alles in het
werk, om hem langer te behouden. De vreemde¬
ling behoeft dan geenen bijzonderen wegwijzer of
leidsman, om te beletten, dat hij in de wildernissen
Veidole; hij kiest daartoe gewoonlijk iemand uit de
in zijne boot zijnde Negers , die een goed jager is ,
benevens zijnen jongen , om hem op jagtpartijen te
verzeilen , en kan , zonder alle vrees voor roof of
moord, zoo ver reizen, als hij wil. Men heeft
nooit gehoord, dat in Suriname een’ vreemdeling
op die wijze eenig letsel aangedaan is. Eer men
echter zoodanige reizen onderneemt, is het goed,
ja noodzakelijk , dat men geen nieuweling in het
land zij , maai dat men zich reeds eenigermate
aan het klimaat gewend hebbe , om de vermoeie¬
nissen, die er mede gepaard gaan, te kunnen ver¬
dragen; ook moet men met de taal, de inborst en
de zeden der negers bekend wezen.
On-
(95)
Ondertusschen is het altijd aangenamer om in
gezelschap , bijzonder in goed gezelschap , dan al¬
leen te reizen , en wij maakten derhalve gebruik
van de vriendelijke uitnoodiging van eenen plan-*
taadjemeester , wiens fraaije en ruime tentboot,
welke met acht in schoone liverei gekleede negers ,
bestemd tot rocijers, en eenen stuurman bemand
was, en waarin wij onzen koffer reeds te voren be¬
zorgd hadden, ons aan den oever afwachtte.
Hier vinden wij onzen vriendelijken gastheer mis¬
schien alleen, doch meestal van zijne familie of
eenige vrienden verzeld, en wij steken van den
oever af. Dit geschiedt nu, naardat de reis tegen
of voor stroom moet geschieden, met ebbe of vloed.
Gaat de reis verder dan binnen den tijd van 6
uren (een water ) geschieden kan, dan moet men
aanleggen, om de naaste ebbe of vloed, naardat
deze of geiie in ons plan ligt , af te wachten • men
noemt dit : tijd stoppen .
Dit nu geschiedt op de eene of andere plantaad-
]e * welke men voorbij vaart , en tot een rustpunt
\\il kiezen. Overal, waar men ook aanlandt, is
men welkom. Wanneer het nog dag is, zoo wor¬
den wij ter plaatse , waar men aan land stapt , of
door den eigenaar , of gewoonlijk door den Direc¬
teur der plantaadje , of diens bedienden , verwel¬
komd , die ons in huis noodigen , alwaar de huis¬
heer ons alle ververschingen , waarover hij beschik¬
ken kan , aanbiedt.
Maar
( 96 )
Maar gewoonlijk maken wij in zoodanig geval
daarvan een matig gebruik , omdat onze bedienden
(van welke er, bij zulk eene vaart, een behoorlijk
getal medegenomen wordt) reeds de tafel met de
rijkelijk medegebragte levensmiddelen van allerlei
aard bezetten.
Ook kan men reeds eenen konden maaltijd onder
gehouden hebben , en zich hier vergenoegen
met eenen kop thee of koffij. Is onze tijd gekomen,
waarvan ons de Negers, die tot onze boot behoo-
ien? beiigt brengen, zoo nemen wij afscheid, en
zetten onze leis zoo lang' op dezelfde wijze voort,
“ tot p^ats onzer bestemming bereikt heb¬
ben.
Dit nu is ge To onlijk een eigendom of anders een
geliefkoosd \erDiijf van onzen gastheei' , waar wij
alles in gereedheid vinden, om ons te ontvangen.
Door eene sclioone laan aan weerskanten metoranje-
of palmboomen , met bloerjende sierlijk gesnoeide
limoen— heggen bezet , komen wij op eene ruime ,
hier en daar, met groepen van schaduwrijke hoo¬
rnen beplant plein , rondom met gastvrije woon¬
huizen omgeven. Het schoonste derzelve is ge-
woonlijk bet zoogenaamde Iieeren- huis , waarin wij
onzen intrek namen.
Aan eiken gast wordt nu eerst zijne kamer of
slaapplaats aangewezen , alwaar bij zijne hangmat laat
vast maken.
Men bekomt vervolgens eenige ververschingen ,
eu
►
( 97 )
en begeëft zich ter rust; of is het nog dag, dan
verkleedt men zich ; kortom , men doet zoo als
men wil , totdat de theetafel , het ontbijt of de
middagmaaltijd het gezelschap vereenigt#
Alsdan heerscht er gewoonhjk gulle vrolijkheid
onder het genot van een goed glas wijn • stijve
pligtplegirigen hebben geene plaats ; ieder is op
zijn gemak, en is het gezelschap goed gekozen,
zoo kan men de uren en dagen van zoodanig een
verblijf onder de geneugelijkste tellen , welke men
aan gene zijde der keerkringen kan beleven.
Men eet en drinkt, men wandelt, men gaat op
de jagt of uit visschen , men rust weder uit , en
zoo biengt men het grootste gedeelte van den dag
dooi ; des avonds zet men zich ook wel eens
aan de speeltafel ; — maar de morgenstond , deze
wordt gewoonlijk aan eene wandeling in den om—
tiek der plantaadje zelve toegewijd , en de verschil¬
lende aangelegde plantingen en fabrijken in oogen-
schouw genomen.
Hier ziet de vreemdeling misschien voor de eer¬
ste maal den aanbouw en de bereiding van het
suikerriet, de behandeling van den koffijboom en
boomwol-struik , en van derzelver vruchten.
Leergierig laat hij zich door zijnen gastheer of
diens directeur al deze verschillende werkzaamhe¬
den , en datgene , wat daarvoor aan iederen Neger
naar geslacht en ouderdom tocgcdeeld is , verklaren.
Met bewondering beschouwt hij de kanalen ,
^ dam-
i
%
t
t
t •
ll
i\
,
( 98 )
dammen, sluizen, kortom den waterbouwkundigen
toestand der plantaadje en meent zich in Holland
verplaatst te zien.
Met eene nieuwsgierige opmerkzaamheid beziet
hij de door stoom , water of muilezels gedrevene
suikermolens ; de inrigting der stook- en distilleer-
huizen ; of hij beschouwt de verschillende molens
en gereedschappen , waardoor de koffij en boomwol
gezuiverd worden.
Doch inzonderheid wekt bij hem de bearbeiding
van het aardrijk het levendigst belang , hetwelk al¬
daar niet met den ploeg doorsneden, of door kun¬
stige werktuigen gezuiverd en beplant, maar geheel
alleen door menschenhanden bebouwd wordt.
Hij ziet , hoe bijkans naakte menschen in den
gloed der zonnestralen of onder stroomende re¬
genvlagen al dat werk verrigten moeten • — hij
ziet welke ongeloofelijke moeite, hoeveel bloed en
zweet het hun kost, om ons de genietingen van de
suiker en koffij , of de wol tot het fijne weefsel van
het neteldoek te verschaffen ! Is hij daarmede ge¬
reed , zoo onderrigt hij zich omtrent den toestand
der Negers, omtrent de hoofdtrekken van hun ka¬
rakter, omtrent hunne ondeugden en deugden. Hij
neemt hunne zeden en leefwijs waar en is oogge¬
tuige van hunne behandeling. Hij mag hier veel
zien wat tegen zijn menschelijk gevoel aandruischt,
maar ook veel wat hij zich erger, wat hij zich an¬
ders had vooi’gesteld. Hij vindt alzoo gelegenheid ,
om
Ö
( 99 )
om zich een duidelijker denkbeeld van het karakter
en den toestand eener klasse van menschen te ma¬
ken, over welke hij reeds zooveel tegenstrijdigs ge¬
boord en gelezen bad : en wanneer bij niet gewoon
is , de menigvuldige verschijnsels , die in het da-
geljjksch leven voorvallen , onopgemerkt - te laten
voorbijgaan , zoo zal hij hier ruime stof tot na¬
denken vinden. — En hoeveel heerlijke en onge¬
stoorde genietingen bieden zich hem aan , wiens
hart gevoelig is voor de schoonheid der Natuur ,
die steeds nieuwe rijkdommen ten toon spreidt !
Wat al overvloed van heerlijke nog nooit geziene
planten en bloemen $ wat weligheid eener nooit
vermoeide , nooit rustende vegetatie biedt zich aan
zijn verbaasd gezigt, wanneer hij de donkere scha¬
duw des naasten wouds betreedt! Hij kan zijne
o ogen naauwelijks gelooven , wanneer hij de pracht ,
verscheidenheid en menigte der bontgevederde be¬
woners van dit bosch , de heerlijkste en zeldzaam¬
ste vlinders , het tallooze heer van allerlei soorten
van dieren ziet! Hetgeen alle verzamelingen van
natuurlijke zeldzaamheden in Europa hem slechts
gebrekkigs aanboden , ziet hij hier leven , en kan
hij in weinige dagen beschouwen. Doch de inval¬
lende avond vermaant hem om naar huis te gaan.
Maar nu laaft hij zich weder in eene koele met
welriekende geuren bezwangerde avondlucht, en zoo
verlustigt hij zich in den aanblik der bosschen en
struiken , die ? van lichtgevende insekten wemelende ,
als
( ÏOO )
als in Vuur schijnen te staan. En eindelijk, met
welk eene onbeschrijfelijke pracht en heerlijkheid,
verschijnt niet in die luchtstreek de donkerblaauwe ,
gestemde hemel, in ecnen wolkeloozen zomernacht!
Zoo snellen dan, onder menigerlei genot voor
den gast, die voor de schoonheid der Natuur ge¬
voelig is en die het leven weet te genieten , de da¬
gen i an het landleven voorbij ; inzonderheid wan¬
neer de buren en Vrienden van den gastheer dik¬
wijls bezoeken geven en ontvangen en daardoor hetr
gezellig genoegen vermeerderd wordt. Ongemerkt
nadert het uur, waarop men van elkander moet
scheiden en naar huis keeren, en men is verdrie-
tig, dat men niet langer kan blijven.
einde.
T
Gedrukt bij A. Zweesaardt , te Amsterdam .
De omschrijving van liet Titel -Vignet vindt
men op bladzijde 58 y en sluit in het gezigt
van het Gouvernementshuis , tot en met het
Fort Eendragt .
*
■
V
V
i
TOESTAND
van
SURINAME.
i823.
I
1
4
i
1
\
\
%
é
K
'■ « ■ I tmt - -• — 'i . ~ ,<w—-r
Gedrukt bij A. Zweesa
^ \
4
.
*
/
/
\
l
*
A
\
. • 1 ■ ’
' ' 9
'
%- , >,- .
'■ •'■V.' - -i^iSKiMWWiPBfeV. V' ." '.
£ '. * * 'y-.^t'J ■' ■ : H i ^r* '/;x r< M&wh «r % irf • - y; Jter -A T^T'-fc*# •>. -- . w t,Ai.. vv’«t <5 ,v> v- V V'.- > f .
7 ’V'V^ • ■.. ' v- "V- f+fï ^ .:/ &3,w- 3Ki*4 • /|1 *.'“• * ;' ' -: s* v*' -' ' %. k %
■ ”*•' ' *#- “ '» > .4T%h>.3*J^^ jfire ■ . * ■ • r^Fy^Pjftyr.*!^ -JKti* 4^_ .'Tw^ééÊ&S^L v ^I f .»*'■*■• *'<
* • ' • f " ,Jy vK»mL s/ètf »
Sr - . -* .; . v '. ‘ vi^ ’ • *Sl2w -• '* f -•*
r>